17. Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe verordening op de
heffing van reinigingsrechten.
No.2731. Aan de Raad
der gemeente Idaarderadeel
Grouw, 4 December 1952.
De thans geldende verordening op de heffing van reinigingsrech
ten is goedgekeurd tot 1 Januari a.s. zodat het noodzakelijk is,
een nieuwe verordening vast te stellen.
Aan de bestaande verordening kleeft het bezwaar, dat het on
mogelijk is, voldoende controle te oefenen op het aantal malen,
dat de inwoners van Grouw van de afhaaldienst voor as en huisvuil
gebruik maken, hetgeen er toe geleid heeft, dat een steeds grotere
stroom van bezwaarschriften tegen de opgelegde aanslag binnenkwam,
waarop noodgedwongen goedgunstig moest worden beschikt. Dit bezwaar
deed zich niet gevoelen ten aanzien van de andere dorpen, omdat de
reinigingsdienst daar slechts eenmaal per week de as en het huis
vuil afhaalde.
Een ander bezwaar van de vigerende verordening is, dat de in
gezetenen geen uniforme emmers behoeven te gobruiken voor de berging
van as en huisvuil. Dit heeft tot gevolg, dat op de dagen waarop
de reinigingsdienst het huisvuil afhaalt, het dorpsbeeld wordt
ontsierd door een bonte verscheidenheid van kisten, emmers, vaten,
kratten en dergelijke.
De hoeveelheid huisvuil, die men kan meegeven, is practisch
onbeperkt. Van een extra vergoeding voor het afhalen van grotere
hoeveelheden rept de verordening niet.
Ben bijkomstig bezwaar van de tegenwoordige regeling is verder
de geringe overzichtelijkheid, omdat de rechten, verschuldigd voor
het verwisselen van privaattonnen en die voor het afhalen van as
en huisvuil in hetzelfde artikel zijn opgenomen en voor elk dezer
onderdelen geen afzonderlijk recht is vastgesteld.
Teneinde aan de gesignaleerde bezwaren tegemoet te komen, ver
dient het naar onze mening aanbeveling, dat reeds thans, als on
derdeel van de te* zijner tijd door te voeren reorganisatie van de
reinigingsdienst - welke noodzakelijk wordt, omdat de zogenaamde
"Blikpolle" zal moeten verdwijnen- uniforme emmers worden aange
schaft, welke aan de inwoners in bruikleen worden gegeven en waar
voor een extra recht in rekening wordt gebracht.
De reinigingsdienst zal zich dan kunnen beperken tot het een
maal per week afhalen van as en huisvuil. Zij, die het vuilnis
niet in één emmer kunnen bergen, kunnen meèrdere exemplaren betrek
ken tegen betaling van een aanvullend recht.
Wat het bedrag betreft, dat in de rechten dient te worden ver
disconteerd wegens beschikbaarstelling van de emmers merken wij het
volgende op.
In totaal zullen ongeveer 1700 emmers nodig zijn, waarvan de
kosten gesteld kunnen worden op rond f.17000.--.
Gerekend naar een afschrijvingsduur van^lO jaar en eon rente
voet van bedraagt dan de jaarlijkse annuïteit 12,3233 x f.170,-
f2095-- rond.
--Verdeeld--