De heer Sijtema richt zijn beschouwing zoveel mogelijk op de
inhoud van het financiële rapport. Hij noemt de Post "ohvoorzien"
groot f.13545*83 het verguldsel van de pil, met de naam "Memorie-
posten". Het zijn juist deze posten, waarmede volgens het rapport
nog grote bedragen gemoeid zullen zijn.
Bij een vroegere beschouwing heeft hij al eens gesproken van
^'dreigende wolken aan de horizon". Zijn beeldspraak voortzettend,
zegt spreker, dat deze wolken niet zijn verdwenen, maar aangroeien
"tot een dreigende onweersbui. Voorts meent hij, dat de raad misschien
nog wel een beslissing moet nemen, zij het met bloedend hart, om
verschillende -zelfs urgente** zaken te schrappen, omdat het gemeen
tebudget de uitgaaf niet kan dragen. Hij hoopt, dat er in het vol
gend jaar optimistischer klanken mogen klinken.
De heer van der Mark noemt de begroting een oorlogsbegroting,
gebaseerd op oorlogseconomie. Spreker bepleit de mogelijkheid
van telefoonaansluiting en electriciteitsvoorziening ve .-afgelegen
delen der gemeente, bijvoorbeeld de Bird, waar de bewoners door de
hoge kosten tot heden van die gemakken verstoken zijn.
Gedurende de drie jaar, dat spreker zitting in de raad heeft,
is deze zaak nimmer ter sprake geweest.
De heer Hondema zegt, dat bij de behandeling van de begroting
de raad steeds veel meer wensen heeft dan vervuld kunnen worden. Er
zijn echter zaken, die de aandacht verdienen en als dringend nood
zakelijk moeten worden beschouwd. Als voorbeeld noemt spreker be
perking der werkloosheid door uitvoering van werken, die urgent
zijn. Spreker verzoekt Burgemeester en Wethouders aan de Raad een
lijst ever te leggen van werken, welke dringend noodzakelijk zijn
en een van objecten die in tweede instantie in ar"merking komen.
De heer Miedema licht toe dat in de Financiële Oommissie de
kwestie van de financiële verhouding tussen het rijk en de gemeen
ten is besproken, speciaal ten opzichte van deze gemeente. Daarbij
kwam tot uitdrukking, dat de gemeenten, welke in de"dertiger jaren"
op eigen benen hebben gestaan en dus geen steun van het rijk
hebben genoten, er nu financiëel het slecht staan toe zijn.
-I-Ie Yoorzitter zegt, dat juist daar de schoen wringt. Wanneer
voorheen een gemeente met tekorten zat, dan sprong het Rijk bij.
Thans staan de rijksbijdragen vast en bij het samenstellen der
begreting moet daarmede rekening worden gehouden. We moeten voor
zichtig zijn en geen uitgaven doen die budgetair niet verantwoord
zijn. Dat spreekt ook duidelijk uit het financiële rapport. Spreker
schrijft de oorzaak daarvan toe aan de ongunstige financiële ver
houding met het rijk.
Overigens meent spreker, dat de gemeente bij andere gemeenten
vergeleken, er niet slecht voor staat. Van groot belang is geweest,
Sat de opbrengst van de ondernemingsbelasting in het vorige jaar
erg is meegevallen.
Sprèker ziet nog geen onweersbuien dreigen, zoals de heer
Sijtema» Voorts ziet spreker deze begroting niet als een oorlogs
begroting, maar veeleer als een begroting, welke gebaseerd is op
de situatie na de oorlog en deze situatie is niet zo buitengewoon
ongunstig.
Wat de electrificatie en telefoonaanleg in de Bird betreft,
merkt spreker op, dat de telefoon een zaak is van het Rijk, waar
mee de gemeente geen bemoeiing heeft.
--Voor--