- 10 -
Hierna wordt de gemeentebegroting zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld.
Do Voorzitter brengt dank aan de Financiële Commissie voor haar werk
zaamheden^ (De heer de Visser verlaat hierna de vergadering)
Vervolgens wordt de begroting van het gemeentelijk grondbedrijf
zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Dq begroting van de Stichting "Friesma-Hiem" wordt zonder discussie
en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
3. Ontslagaanvrage van Mej. A.de Vries als onderwijzeres aan de openbare
lagere school te OrouwT
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het voorstel besloten.
4. Ontslagaanvrage van de heer M.J.de Haan als onderwijzer aan de UD0-
School te QrouwT Alsvoren.
Ontslagaanvrage van de heer D. VJijbenga te Grouw als voorman bij de
w reinigingsdienst.
Fe Voorzitter zegt, dat de heer Wijbenga momenteel ziek is en het
hem ongetwijfeld zal spijten, dat hij voor de ontslagdatum het werk
moest beëindigen.
De heer Wijbenga heeft voor de gemeente heel wat goed werk gedaan.
Hij wenst hem een spoedig herstel toe.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het voorstel besloten.
6. Benoeming oq. herbenoeming van de leden der damescommissiesvan toezicht
op het handwerkonderwijs.
De aanbevolenen worden met algemene stemmen herbenoemd.
7. Benoeming oq.. herbenoeming van de leden der adviescommissie, bedoeld
in artikel 8 der Woonruimtewet 19477
De aanbevolenen worden met algemene stemmen herbenoemd.
8. Benoeming cq,. herbenoeming van de leden der adviescommissies inzake
w de distributie van woongelegenheid."
De heer van de lageweg vraagt, om welke redenen de heren Boekema
en Bijlsma niet voor een herbenoeming in aanmerking wensen te komen.
Voorts merkt hij op dat op de aanbeveling geen personen voorkomen
met dezelfde geloofsovertuiging als de leden die bedankt hebben, De
commissie wordt op die wijze wat te eenzijdig.
De Voorzitter antwoordt, dat de redenen voor het bedanken aan
Burgemeester en Wethouders niet bekend zijn. Wij hebben getracht de
aanbeveling op te maken in de gesst als door de heer van de lageweg
bedoeld, doch zijn door het bedanken van enkele aangezochte personen
daarin niet geslaagd.
De heer van de lageweg; "Misschien kan de Voorzitter van de betref
fende adviescommissie, die hier aanwezig is, ons nader inlichten over
het bedanken van de heren ^ookema en Bijlsma."
--De--