-3- De heer Dantuma ziet deze zaak anders. Het particulier initiatief "bij de instandhouding van deze tehuizen moet geprikkeld worden, zo wel ten aanzien van de Protestants-Christelijke, als de Roomsch Ka tholieke of andere soortgelijke instellingen. Spreker zou het toe juichen indien deze tehuizen zonder steun van overheidswege konden bestaan.'De overheid heeft echter ook een taak op dit terrein, temeer, omdat het particulier initiatief te kort schiet. Spreker achthet een gelukkige omstandigheid, dat voor dit werk nog particulier initiatief aanwezig is. De Voorzitter merkt op, dat uit de bij het verzoek verstrekte ge gevens blijkt, dat de R.K. kerkelijke organisaties jaarlijks f100,000.- uit kerkcollecten opbrengen voor de R.K» tehuizen, terwijl het rijk subsidieert met een bijdrage van f.1500.-- per instelling. Geen enkele gemeente komt op de lijst van steunverlenende organen voor. Thans gaat men bij de gemeenten om steun aankloppen en#dat in een tijdsbestek, waarin de toestand der gemeentefinanciën precair is. Dit is zuiver een rijkszaak, waaraan de gemeenten geen medewerking kunnen verlenen. De gemeente moet zich dringend beperken tot de gemeentelijke belangen en zo mogelijk, tot de provinciale. Bovendien betreft dit reeds het twee de verzoek van dezelfde strekking. We moeten niet alleen ons goed hart laten spreken, maar. ook ons verstand. Anders wordt het een begin zonder einde. De heer Dantuma meent, dat er wel gemeenten zijn, die bedragen voor dit doel voteren, soms een klein bedrag, alleen maar om tot uitdrukking te brengen, dat men in principe deze zaak wil steunen. De heer van de Lageweg zegt, dat het hem spijt, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders afwijzend is. Spreker is het daarmede niet eens en stelt voor een bijdrage te verlenen van f.25.--. De heer de Visser vindt het een dwaasheid om nu nog hierover een voorstel in te dienen. Hij acht dit slechts: spreken voor het publiek,om dat de heer van de Lageweg bij voorbaar reeds weet, dat zijn voorstel niet zal worden aangenomen. Het voorstel van de Lageweg, ondersteund door de heer Dantuma, wordt-in stemming gebracht- verworpen. Voor stemmen de heren: E. Dantuma, Joh. v. d. Mark, H.van de lageweg en P. Sijtema. Tegen stemmen: Mevr. P.C»Halbertsma-Hijlkema en de heren 1.Zwart, J.W.de Visser, Joh.van der Meer, R. Wartena, A. Hondema en J. Miedema. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor- stel van Burgemeester en Wethouders besloten. 6. Voorstel tot het verstrekken van een aanvullend bouwvoorschot aan de woningbouwvereniging "Idaarderadeel1* ten behoeve van de woningbouw. (Stichting 1947). De heer Hondema vraagt of het aanvullend bouwvoorschot nodig is voor de aan de woningen aangebrachte verbeteringen. De Voorzitter antwoordt, dat deze aanvraag uitsluitend betrekking heeft op de financiering van enkele meerderwerkposten tijdens de bouw, welke door het rijk niet worden geaccepteerd en waarvan de financie ring derhalve door de gemeente dient te geschieden. Het betreft hier dus de stichtingskosten. De heer Hondema merkt op, dat hij onlangs meerdere dezer woningen heeft bezichtigd en verheugd is over de aangebrachte verbeteringen. Vooral de kamers en keukens zijn in behoorlijke staat gebracht. --Aan--

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1953 | | pagina 19