10. Voorstel tot wijziging van de Verordening op de heffing van reinigings rechten. No.1330. Aan de Raad der gemeente Idaarderadeel Grouw, 8 Juni 1953* De Minister van Binnenlandse Zaken heeft enkele bezwaren geopperd tegen de bij Uw besluit van 15 December j.l. vastgestelde verordening op de hef fing van reinigingsrechten. De minister wenst aan het begrip "huurwaarde", bedoeld in artikel 3, een enigszins andere inhoud te zien gegeven. Bij de huidige redactie zou na melijk voor het bepalen van de huurwaarde der op of na 27 December 1940 tot stand gekomen woningen de huurprijs maatgevend zijn, hetgeen de bewindsman niet billijk acht. Naar de mening van de minister dient artikel 52 der Vet op de Personele Belasting van toepassing te worden verklaard, krachtenshet welk de huurwaarde voor deze woningen kan worden bepaald door vergelijking met de huurprijs van vöór 27 December 1940 gebouwde gelijksoortige woningen. Ingevolge artikel 13 der verordening worden zo spoedig mogelijk na de aanvang van het belastingjaar kohieren/gemaakt. In verband hiermedeverdient het naar het oordeel van de Minister aanbeveling, dat de woorden "bij voor uitbetaling" in artikel 10 vervallen. Indien hiertoe zou worden besloten, is niet meer bepaald, wanneer de in artikel 4? tweede lid, artikel 6 en artikel 7 bedoelde rechten moeten worden betaald, aodat dan opnieuw in de aldus ontstane leemte moet worden voorzien. De minister wijst vervolgens op de noodzaak van het opnemen van een overgangsbepaling voor de heffing over het tijdvak van 12 Mei 1952 tot 1 Janu ari 1953. Tenslotte worden nog enkele opmerkingen gemaakt van administratieve aard. Waar de gemaakte bezwaren naar onze mening gegrond zijn, stellen wij U voor, de verordening met inachtneming van de geuite wensen opnieuw vast te stellen overeenkomstig bijgaand ontwerp. Burgemeester en 'Wethouders van IDiuiRDERRDBEL, Burgemeester. Secretaris,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1953 | | pagina 19