-10-
krotten op te kopen voor zeer lage prijs en deze dan tegen een som van
f.70.- tot f.90.- te verhuren. De bevolking wist voor een deel niet, wat
de waarde van een goede woning was en stelde zich met een gehuurd krot te
vreden. Aan het onderhoud van deze krotten werd niets gedaan. Om het hier
gesignaleerde euvel te bestrijden is reeds voor de oorlog een groot aantal
woningen onbewoonbaar verklaard.
Van deze onbewoonbaarverklaring hebben wij, aldus gaat de Voorzitter
verder, de consequentie aanvaard en hebben wij ter vervanging van de krotten
vrij veel goede woningen kunnen bouwen, door inschakeling van de woning
bouwvereniging. Het laatste complex kwamen in December 1941 tot stand. Er
is getracht tot medio 1942 de ontruiming van de onbewoonbaar verklaarde wo
ningen te bewerkstelligen. Met het oog op de woningnood waren wij echter ge
dwongen, dit streven op te geven, zodat vele reeds onbewoonbaar verklaarde
krotten opnieuw zijn bewoond en de situatie veel slechter is dan voor de
oorlog,
In het nar-oorlogs tijdsbestek heeft men practisch niets aan de krotop
ruiming kunnen doen. Voorop heeft steeds gestaan, de woningnood te lenigen.
De gemeente heeft daardoor de naam gekregen, dat hier na de oorlog veel
woningen zijn gebouwd. Ik wil echter met nadruk verklaren, aldus de Voor
zitter, dat in deze gemeente zeer zeker niet veel is gebouwd. Integendeel,
Wij hebben moeten bouwen voor uit andere gemeenten afkomstige werknemers,
die hier emplooi hadden gevonden in de industrie, de middenstandsbedrijven
en de veehouderij. De economische ontwikkeling van de gemeente noopte hier
toe. Ten behoeve van de gevestigde bevolking dezer gemeente is zeer weinig
gebouwd. Het is een sprookje, ora te menen, dat in verhouding tot andere
gemeenten Idaarderadeel te veel woningen heeft gebouwd.
De woningnood doet zich thans veel erger gevoelen dan een jaar geleden.
Dit moge blijken uit het feit, dat na scherpe schifting 175 serieuze
gegadigden op de woninglijst voorkomen. Dit is veel op een bevolking van
7000 zielen.
De vooruitzichten om woningen tè kunnen bouwen zijn met het oog op de
geringe volumetoewijzing slecht. Dat wij desondanks toch komen met een voor
stel tot onbewoonbaarverklaring van een 15-tal woningen, is toe te schrijven
aan de omstandigheid, dat men van hogerhand enig volume beschikbaar stelt
voor krotopruiming. Het percentage krotten is in Friesland veel hoger dan
elders in het land.
Bij de toewijzing van bouwvolume worden onjuiste maatstaven aangelegd,
zodat men tot de conclusie komt, dat in Friesland geen woningnood meer
heerst. Het feit blijft niettemin bestaan, dat alleen in deze gemeente 175
woningzoekenden staan ingeschreven, die onmiddellijk eventueel te bouwen
nieuwe woningen zouden betrekken. Het is bekend, dat men in Den Haag objec
tieve maatstaven aanlegt, doch men moet zich tevens realiseren, dat het ab
soluut onjuist is, te menen, dat de woningnood hier en elders in de pro
vincie zou zijn opgeheven.
Dat wij slechts 15 woningen voor onbewoonbaarverklaring voordragen,
betekent niet, dat hiermede alle krotten zouden zijn opgeruimd.
Uit een van onzentwege ingestelde enquête is gebleken, dat 208 woningen
op korte termijn voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking komen. Het zou
echter onpractisch zijn, dit volle aantal onbewoonbaar te verklaren, omdat
vervanging over de gehele linie bij het beschikbare bouwvolume toch niet te
realiseren zou zijn. Bovendien zou de aanwezigheid van 208 bordjes "Onbe
woonbaar verklaarde woning" psychologisch niet juist zijn. Wij hebben ons
daarom beperkt tot de allerergste gevallen. Wij hopen, juist omdat hier met
zeer reële cijfers wordt gewerkt, een extra toewijzing van volume ter ver
vanging van deze 15 krotten te verkrijgen.
Er-