-2-
Ten aanzien van de emolumenten is' een systeem gekozen, dat air-
wijkt van dat der huidige verordening. Volgens de bestaande rege
ling genoten sommige functionarissen boven de voor hen geldende
bezoldiging het emolument vrij wonen, vrije kost en inwoning of
vrij wonen, vuur, water en licht. De nieuwe regeling stelt de be
zoldiging op een hoger bedrag vast, waarvan dan een bepaald bedrag
wordt afgetrokken voor het genot van de emolumenten, zulks in over
eenstemming met de voor het Rijkspersoneel geldende normen, In ver
band hiermede is een overgangsbepaling opgenomen, welke verkregen
rechten voor het in functie zijnde personeel waarborgt.
De wijziging van de Kindertoelageverordening spreekt'voor zich
zelf, zodat wij mogen volstaan met daarnaar te verwijzen.
Totnogtoe was de rechtspositie van het personeel der stichting
Driesma-Hiem onvoldoende geregeld, omdat dit personeel niet viel
onder de bepalingen van het Algemeen Ambtenarenreglement'en het
stichtingsbestuur ter zake geen regeling had vastgesteld. Door de"
in ontwerp hierbijgaande wijziging van genoemd reglement wordt de
ze leemte aangevuld.
Tenslotte merken wij op, dat de Minister van BinnenlandseZa
ken heeft medegedeeld, zich niet te kunnen verenigen met de bij
Uw besluit van 27 October 1952 vastgestelde wachtgeldregeling. Z*o-
als bekend was deze regeling, welke uit het oude ambtenarenregle
ment was gelicht bij de vaststelling van het nieuwe Algemene Amb
tenarenreglement enigszins gunstiger dan de op dit stuk bestaande
rijksregeling. De bewindsman heeft zich op het standpunt gesteld,
dat het noodzakelijk is, de betreffende verordening te conformeren
aan de rijksregeling.
In verband hiermede verdient het naar onze mening aanbeveling,
dat met intrekking van het besluit van 27 October 1952, een wacht
geldregeling wordt vastgesteld conform het ontwerp, dat onlangs
door het Centraal Orgaan inzake de gemeenschappelijke behandeling
van gemeentelijke personeelsaangelegenheden is uitgegeven en waar
over in het centraal overleg overeenstemming is bereikt.
Ingevolge het RijkswachtgeIdbesluit wordt in voorkomende geval
len het genot van wachtgeld toegekend gedurende een tijdvak, ge
lijk aan de diensttijd, voor zover kostwinners betreft, ten be
drage van:
a. de f laatstelijk genoten wedde gedurende de eerste drie maanden;
b. 85van de laatstelijk genoten wedde gedurende de volgende drie
maanden;
c. 70/o van de laatstelijk genoten wedde gedurende de volgende vijf
j aar
d. 60%' van de laatstelijk genoten wedde gedurende de daarop vol
gende vijf jaar;
e. 50% van de laatstelijk genoten wedde gedurende de overige tijd.
Voor niet-kostwinners bedraagt het wachtgeld eveneens ge
durende een tijdvak, gelijk aan de diensttijd:
a. de laatstelijk genoten wedde gedurende de eerste drie maanden;
b. 75% van de laatstelijk genoten wedde gedurende de volgende
drie maanden;
c. 60% van de laatstelijk genoten wedde gedurende de volgende
vijf jaar;
d. 50van de laatstelijk genoten wedde gedurende de daaropvolgen
de vijf jaar;
e. 40% van de laatstelijk genoten wedde gedurende de overige, tijd.
--Het—