De Baad. der gemeente Idaarderadeel;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 2 1'K'
Februari 1954;
Gelet op de adviezen van de bij het centraal overleg betrokken
personeelsorganisaties en de Commissie voor het Georganiseerd Overleg;
B E S L ff I T:
vast te stellen de navolgende verordening;
BEEOLDIGIÜGSVERORDENING 1954-
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
le. ambtenaar: hij die', overeenkomstig de bepalingen van het algemeen
Ambtenarenreglement in openbare dienst der gemeente is aangesteld in vaste
of tijdelijke dienst.
2e. volwassenede ambtenaar, die de leeftijd heeft bereikt van:
a.21 jaar, voor zover hij een ambt bekleedt, voorkomende op bijlage A I of A II
dezer verordening;
b.23 jaar, voor zover hij een ambt bekleedt,voorkomende op bijlage A II of A IV
dezer verordening;
3e. salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van de op zijn ambt betrek
king hebbende salarisschaal, dan wel het met zijn leeftijd overeenkomende be
drag van de voor hem geldende groep;
4e» wedde: het salaris, vermeerderd met de vaste toelagen,bedoeld'onder 8e;
'5e. bezoldiging: het salarisvermeerderd met de toelagen,bedoeld onder 7e;
6e. galaris-ancienniteitde tijd, die in aanmerking komt voor de vaststelling
van het salaris van een ambtenaar op een hoger bedrag dan het minimum van de
schaal, ?relke op zijn ambt betrekking heeft;
7e. toelagen: alle toelagen, waarop ingevolge of krachtens deze verordening
aanspraak bestaat;
8e. vaste toelage: een ingevolge of krachtens deze verordening verleende toe
lage, welke in aanmerking komt voor opneming in de pensioensgrondslag van de
ambtenaar.
Artikel 2.
Bij de vaststelling van het salaris wordt, behoudens met hetgeen overigens daar
omtrent in deze verordening bepaald is,rekening gehouden met de indeling der
ambten, in de bij deze verordening behorende bijlagen AI, AII,AIII en AIV aan
gegeven, en met de oij die indeling vermelde salarisschalen, dan wel met de
daarvoor in aanmerking komende groep, aangegeven in de bij deze verordening
behorende bijlage B.
Artikel 3
Bij aanstelling van een ambtenaar wordt, behoudend het bepaalde in de arti
kelen 8 en 10, het salaris vastgesteld:
a. voor een niet-volwassene: op het met zijn leeftijd corresponderende,
bedrag van de voor hem geldende groep;
b. voor een volwassene: op het minimum-bedrag van de op zijn ambt betrekking
hebbende salarisschaal.
Artikel 4*
l.Het bij aanstelling van een niet-volwassene toegekend salaris wordt bij
voldoende bekwaamheid,geschiktheid en dienstijver, en ook gedurende de tijd
-van-