-8- overgeheveld. Is hiermede de grootste behoefte niet opgeheven? De heer V/ar te na is het niet met de voorzitter eens dat deze zijn uit lating over de behoefte in de kleinere dorpen met "onzin" betitelt. Voorts merkt hij op dat de bestuursleden van de bouwvereniging steeds hun beste beentje voorzetten en alles belangeloos verrichten. Per slot van rekening worden Burgemeester en Wethouders er voor betaald. De heer de Jong interrumpeert dat het niet moet uitdraaien op een debat over het college van Burgemeester en Wethouders contra het bestuur van de bouwvereniging. Spreker accepteert geen verwijten aan het adres van Burgemeester en Wethouders. Hier ligt in, dat Grouw bevoordeeld zou worden boven Roordahuizum, waarmee hij het niet eens is. De heer Vriesema heeft gehoord, dat het bestuur van de bouwvereniging bepaalde toezeggingen aan Roordahuizum heeft gedaan. Een lid van het College van Burgemeester en Wethouders is tevens bestuurslid van de bouwvereniging. Spreker vindt dat men bij de verdeling hiermedd rekening had kunnen houden. De heer de Jong zegt, dat Burgemeester en 'Wethouders oorspronkelijk van de gedachte uitgingen, dat men 100 woningen ineens kon bouwen. Later bleek dat dit onmogelijk was. De voorzitter merkt nog op, dat in Idaarderadeel na de oorlog veel is gebouwd, in verhouding tot andere gemeenten. In 1953 kreeg deze gemeente maar een toewijzing van 25 woningen. Nadien werd nog ten behoeve van de industrie te Grouw een extra-volume beschikbaar gesteld, waarvan uiteindelijk de andere dorpen hebben geprofiteerd. Het spijt Spreker verschrikkelijk dat de heer Wartena een negatief geluid laat horen. Voorts is het Spreker een raadsel, dat men het te Roordahuizum niet met 15 woningen aandurft. De toewijzing is deels ook voor krotopruiming bestemd, hetgeen ook voor Roordahuizum geldt. Spreker is het niet met de heer van den Berg eens, dat alsnog 5 woningen in Roordahuizum gebouwd moeten worden. Uitstel is beslist niet mogelijk, aldus Spreker. De heer van den Berg stelt voor, het aan de bouwvereniging over te laten, om alsnog te trachten in Roordahuizum 4 woningen te bouwen. Slaagt dit op korte termijn niet, dan kan hij met het voorstel van Burgemeester en Wethou ders meegaan. Slaagt het wel, dan zullen alsnog in Roordahuizum 4 woningen worden gebouwd. De heer de Jong wil het als volgt zien. De bouw van 40 woningen te Grouw gaat in ieder geval door, omdat de behoefte daar het grootst is. Daarnaast wordt geprobeerd 4 woningen te Roordahuizum te bouwen. Spreker wil deze toe zegging vastkoppelen aan het feit, dat Burgemeester en Wethouders enkele inwoners mee laten profiteren van de bouw te Grouw. Het krenkt hem, dat de besprekingen een wantrouwen tegen het beleid van Burgemeester en Wethouders zijn. neen-neen-geroep De voorzitter zegt,dat de behoefte in Grouw na het bouwen niet is ge zakt, in de andere dorpen wel. Volgens hem is de verdeling zakelijk en reëel bekeken. Als raadslid mag de heer van den Berg de rapporten inzien. De heer Miedema zegt, dat de laatste woorden van de heer de Jong voor hem de stimulans zijn zich achter het voorstel van Burgemeester en Wethouders te plaatsen, al zal men in Roordahuizum zijn houding moeilijk kunnen begrijpen. De heer de Visser vindt het zijns inziens zeer onpractisch, de toewijzing voor Roordahuizum over 3 jaar te verdelen. De heer van den Berg herhaalt zijn voorstel. De voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders na de gedane toezeggingen het gevoel krijgen, dat men aan alle kanten "van de koek snijdt" en op die manier de aardigheid er af krijgen. De heer van den Berg protesteert tegen deze uitlating. -De-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1954 | | pagina 87