moest worden gemaakt, is, dat de Planologische Dienst niet kon goedkeuren,
dat in het midden van de jachthaven een open ruimte werd geprojecteerd.
Deze opening moest meer naar het Zuiden worden gelegd, met liet gevolg,
dat het aan Zetzema toe te kennen gedeelte kleiner werd. Ter compensatie
werd aan Zetzema de gelegenheid gegeven om voorlopig een steiger te bouwen.
De heer Van den Berg merkt nog op, dat de heer Zetzema wel nummer één
was, die een aanvraag heeft ingediend, doch niet de eerste was, die met
bouwen is aangevangen. Zou het niet beter zijn geweest, indien tot de tweede
aanvrager -toen deze om vergunning vroeg om met het bouwen aa.n te vangen-
was gezegd, dat niet mag worden gebouwd vóór de Raad beslist heeft?
De Voorzitter geeft toe, dat, formeel gezien, de gang van zaken mis
schien niet geheel juist is geweest. Maar men moet practisch blijven,voor
al als er geruchten lopen, dat in de omgeving druk wordt gewerkt aan de
voorbereiding van dergelijke plannen.
Wethouder de Jong zegt, dat enkele raadsleden over het hoofd zien,dat
de Raad in principe besloten heeft, tot aanleg van een jachthaven annex recre
atieoord.Burgemeester en Wethouders zijn met de uitvoering van dit raadsbe
sluit belast. Is het dan een wonder, dat het college alles in het werk stelt
om te trachten de eerste gemeente te zijn, waar een jachthaven wordt aan
gelegd, vooral als men weet, dat de gemeenteraad van Leeuwarden voor dezelfde
zaak in een spoedeisende vergadering is hijeengeroepen. Indien de heer Van
den Berg voor het eerst in de Raad zitting had, dan zou spreker hem het rot
Burgemeester en Wethouders gerichte verwijt niet kwalijk nemen. Waar de heer
van den Berg tot de ingewijden behoort, keurt hij diens uitlatingen sterk af.
Er is geen sprake van een beknotting van positie van de Raad. Dat er reeds pa
len in de Wijde Galle zijn geslagen, is geen aangelegenheid, waardoor de Raai
gebonden is, doch uitsluitend een zaak, waarvoor de houwers zelf het risico
dragen.
Wethouder de Tllsser brengt naar voren, dat het zeer Vu,ak voorkomt, dat
op een beslissing wordt vooruit gelopen. Hij noemt als voorbeeld, het aan
vragen van credieten en bouwterrein door de woningbouwvereniging Idaardera-
deel van welke vereniging de heer Van den Berg zelf voorzitter is. De bouw
vereniging begint als regel reeds met de bouw, voordat de beslissingen van
de Raad zijn genomen.
De heer Van den Berg meent, dat het aanvragen van bouw/oorschotten
zuiver een administratieve kwestie is, welke niet is te vergelijken met deze
aangelegenheid, die een zaak van beleid is.
De Voorzitter vindt de geleverde critiek een stom in eon glas water.
Hij hoopt, dat de schiphuizen nog voor het seizoen gereed zullen zijn en
ze met een beetje tan-tam kunnen worden in gebruik gesteld.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
11.Voorstel tot verbuur aan R.Wester te Grouw van een perceel water van de
Wijde Galle ten behoeve van de bouw van schiphuizen.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
12. Voorstel tot bof verlenen van een krotopruimingsbijdrage aan de won:'r,g -
bouw-vereniging- I daar der a dee l""l
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
-13-