-2-
Appellant voert aan, dat zijn scheeps- en jachtwerf ten zeerste
zou worden gedupeerd. Met een jachthaven aan de Oostzijde van het
af te dammen gedeelte is het bedrijf naar de mening van appellant
niet geholpen, omdat de aldaar ondergebrachte schepen niet meer op
de werf worden gerepareerd, hetgeen dus klantenverlies betekent.'
Ook zal de mogelijkheid worden afgesneden, om vaartuigen uit War-
stiens te repareren met hetzelfe gevolg. De vaart wordt voorts ge
stremd voor de watersport in het algemeen. Appellant heeft volgens
zijn verklaring reeds veel schade ondervonden wegens verminderde ver
huur van vaartuigen, omdat de brug over de Wargastervaart (Tuitsa)
niet wordt bediend, waardoor vele watersporters verderop gaan. Zij
behoeven dan de mast niet te strijken. De doortocht door Warga be
schouwen velen als een last, reden waarom men via Wartena gaat. Een
en ander betekent volgens appellant voor zijn bedrijf een schadepost
van tenminste f.1500.-- per jaar.
3. 1. Usselstein te Warga.
Appellant maakt bezwaar tegen de afsluiting van de Wargaster-
vaart, de Graft en de Ga11e, omdat hij van deze vaarwaters voor zijn
zaak (textiel- en woninginrichting) vêel gebruik maakt. Bij afdam
ming zou hij een schade lijden van f2500.per jaar, waarvan 2/3
deel of rond f.1670.-- indien alleen de Eoudering en 1/3 deel of
rond f.830.--, indien alleen de Galle zou worden afgedamd. Appel
lant merkt op, deze gegevens te hebben ontleend aan zijn boekhouding,
welke hl3 zonodig aan een beedigd ambtenaar wil overleggen.
Zwart te Warga. die naar voren brengt, dat hij voor zijn werk
zaamheden als smid bij zijn klanten onder Hempens veelal gebruik
maakt van een vaartuig. Bij demping van de Eoudering zou hij over
twee vaartuigen moeten beschikken, hetgeen te duur is, of de klanten
moeten laten schieten.
5. A.van Wijngaarden, te Warga.
Appellant voert aan, dat vele zijner klanten het gemakkelijkst
over water bediend kunnen worden. Bovendien zou bij afdamming van
de Eoudering de melkvaardersroutewaarvoor hij viermaal per dag
dit vaarwater moet gebruikèn", voor hem verloren" gaan, hetgeen een
inkomstenderving van f,800,per jaar betekent.
Voorts brengt appellant nog naar voren, dat de Eoudering vaak
door hem wordt gebruikt voor"vervoer van mest, die te Warga of War
tena gelost of geladen wordt.
6. Jac. H.Kooistra te Warga.
Appellant heeft bezwaar tegen de demping, omdat hij voor de uit
oefening van zijn bedrijf veelvuldig gebruik maakt van een praam.
Ea. B. Herder te Warga.
Appellante merkt op, dat zij een kleinhandelsbedrijf in boeren
gereedschap heeft en haar klanten te Oude Miede, Magere Weide(o/d
artena) en aan de Graft per boot moet bedienen, wat bij demping
der Eoudering via Grouw zou moeten geschieden. Verder"beschikt ap
pellante over een boot, welke 12 personen kan vervoeren en waarvan
door de toeristen veel gebruik wordt gemaakt.
8* Vereniging "Plaatselijk Belang" te Warga.
Appellante voert aan, dat het waterverkeer van de Wargaster-
vaart naar Wartena, de Graft en de Oude Venen bij demping wordt ver
broken tot ongerief en schade van neringdoenden en bedrijven, met
name de agrarische bedrijven van H. Deinum en Joh.van der Mark.
--In--
X