18. Voorstel tot wijziging van de Kinderbijslagregeling.
No. 1307. AAK de Raad
der gemeente Idaarderadeel.
Grouw, 8 Juni 1 954.
Bij Koninklijk Besluit van 20 Februari 1954, Stbl.no. 55,
zijn in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren
ankele wijzigingen ten aanzien van de toekenning van kindertoe
lage en kindertoeslag aangebracht, welke samenhangen met de
strekking van de onlangs tot stand gekomen wetten inzake de
coördinatie der sociale verzekering en belastingen naar het loon.
Deze wijzigingen houden het volgende in;
a. als peildatum voor de aanspraak op kindertoelage en kinder
toeslag geldt de toestand op de eerste dag van een kalender
kwartaal
b. verlaging van de leeftijdsgrens voor de aanspraak op kinder
toelage en kindertoeslag voor valide, niet-studerende kinde
ren van 18 tot 16 jaar;
c. verhoging van de leeftijdsgrens voor de aanspraak op kinder
toelage en kindertoeslag voor studerende kinderen van 21
tot 27 jaar, terwijl het onderwijs van dese kinderen niet meer
bepaaldelijk behoeft te worden gènoten aan een inrichting voor
algemeen vormend of vakonderwijs.
d. ter verkrijging van aanspraak op kindertoelage en kinderbij
slag ten behoeve van minder-valide kinderen van 16 tot 21
jaar geldt o.m. de voorwaarde, dat in afwijking van de tot
dusver gevolgde gedragslijn thans slechts behoeft te worden
vastgesteld, dat de mindere validiteit vermoedelijk het eerst
komende jaar nog zal voortduren.
Ofschoon de hierbedoelde wijzigingen in het algemeen
een verbetering betekenen voor het betrokken personeel, kan
niet worden ontkend, dat de sub b vermelde wijziging een
vermindering van bepaalde aanspraken kan inhouden. Men heeft
deze vermindering gemotiveerd met er op te wijzen, dat niet-
studerende kinderen van 16 en 17 jaar in het algemeen zekere
inkomsten uit arbeid genieten, zodat niet zonder meer kon wor
den gezegd, dat deze kinderen ten laste van de werknemer kwa
men, een eis, welke voor de aanspraak op kindertoelage wordt
gesteld.
Teneinde de betrokken ambtenaren in de gelegenheid te
stellen, zich op de komende wijziging van hun financiële
positie in te stellen, is een bepaling opgenomen, volgens wel
ke bij wijze van overbruggingsmaatregel voor de in dienst
zijnde ambtenaren de voorheen bestaande kindertoeslagregeling
nog gedurende enige tijd bestendigd blijft, voorzover deze
gunstiger voor hen was dan de thans tot stand gekomen rege
ling.
De Minister van Binnenlandse Zaken heeft in overweging
gegeven, voor het gemeentepersoneel analoge voorzieningen te
treffen.
--Aangezien--