j Kinderbijslagverordening I
De raad der gemeente Idaarderadeel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. Juni 1954
no.
gelet op het advies van de bij het centraal overleg betrokken perso-
neelsorganisaties;
besluit
vast te stellen de volgende:
ALGEMENE KINDERBIJSLAGREGELING VOOR HET PERSONEEL DER GEMEENTE
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
abelanghebbenden
1.hen,die krachtens aanstelling overeenkomstig de bepalingen van het
Algemeen Ambtenarenreglement in openbare dienst der gemeente werk
zaam zijn, voor zover het gemeentebestuur tot regeling hunner bezol
diging bevoegd is;
2.hen,die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst der
gemeente werkzaam zijn, voor zover hun loonvoorwaarden zijn geregeld
op overeenkomstige wijze als aangegeven onder de letters b en c "van
artikel 12, eerste lid, van het rijksarbeidsovereenkomstenbesluit
b.wedde
1.indien het betreft een belanghebbendedie ambtenaar is in de zin der
Pensioenwet 1922,Stb.240: de "wedde" in de zin van artikel 51 dier wet;
2.indien het betreft een andere belanghebbende: alle inkomsten,welke
uit hoofde van de ambtelijke betrekking of de arbeidsovereenkomst
worden genoten, voor zover deze als "wedde" in de zin van artikel 31
der Pensioenwet 1922, Stb.240, zouden worden aangemerktindien hij
de hoedanigheid van ambtenaar in de zin van die wet bezat.
Artikel 2
1.De belanghebbende, die op de eerste dag van enig kalenderkwartaal een
of meer kinderen tot zijn last heeft beneden de leeftijd van 16 jaar.
heeft, overeenkomstig de bepalingen dezer verordening,bij wijze van
tijdelijke toelage, voor elk van die kinderen recht op een kindertoe
lage.
2.Voor de toepassing van deze verordening worden met kinderen beneden de
leeftijd van 16 jaar gelijkgesteld:
a.kinderen van 16 jaar of ouder,doch jonger dan 27 jaar,mits de tijd
van deze kinderen,die voor werkzaamheden beschikbaar zou zijn,groten
deels in beslag wordt genomen door of in verband met het volgen van
onderwijs of een opleiding voor een beroep en deze kinderen uitslui
tend of in belangrijke mate voor rekening van de belanghebbende wor
den onderhouden;
b.kinderen van 16 jaar of ouder,doch jonger dan 21 jaardie .naar het
oordeel van burgemeester en wethouders, tengevolge van ziekten of
gebreken vermoedelijk het eerstkomende jaar buiten staat zullen zijn
om met arbeid,die voor hun krachten is berekend,een derde te verdie
nen van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen van gelijke
leeftijd in staat zijn uit arbeid te verwerven.
-3-