3.De kindertoelage wordt toegekend: a.aan belanghebbenden,wier wedde per maand wordt betaald: met ingang van de in het eerste lid bedoelde dag; b.aan belanghebbenden,wier wedde over een korter tijdvak wordt betaald: met ingang van de eerste dag van de loonweek,waarin vorenbedoelde dag valt. 4.De kindertoelage eindigt: a.voor belanghebbenden,wier wedde per maand wordt betaald: de laatste dag van het kalenderkwartaal,waarin laatstelijk wordt voldaan aan de voor de toekenning gestelde criteria; b.voor belanghebbendenwier wedde over een korter tijdvak wordt betaald: de laatste dag van de laatste loonweek van dat kwartaal. Artikel 3 1Onverminderd het bepaalde in de volgende leden van dit artikel bedraagt de kindertoelage per kind 3van de wedde, met een minimum van f.15,75 P®- maand of f.3,64 per week en een maximum van f.24,26 per maand. 2.Voor de betrekkingen,die bezoldigd worden met een evenredig deel van de wedde van een andere betrekking,geldt als minimum een in dezelfde even redigheid bepaald gedeelte van het in het eerste lid gestelde minimum, met dien verstande, dat de kindertoelage niet minder bedraagt dan hetgeen de belanghebbende krachtens de Kinderbijslagwet zou ontvangen,indien deze wet op hem van toepassing zou zijn. 3.Het in het eerste lid gestelde minimum geldt niet voor een belangheboende, die werkzaam is in een betrekking, welke naar het oordeel van burgemeester en wethoudersals een nevenbetrekking is te beschouwen,tenzij de belang hebbende meer dan één van dergelijke betrekkingen in dien^der gemeente vervult en hij daarin bij voortduring een volledige dagtaak vindt met dien verstande, dat de kindertoelage niet minder bedraagt dan hetgeen de be langhebbende krachtens de Kinderbijslagwet zou ontvangen,indien deze wet op hem van toepassing zou zijn. 4«Indien de belanghebbende meer dan één betrekking vervultwaarop de rege ling van deze verordening van toepassing is, bestaat het recht op kinder toelage in de betrekkingwaaraan de hoogste maximum-wedde is verbonden en wordt de kindertoelage berekend over de in totaal aan hem toekomende wedde. 5.De kindertoelage van de gehuwde vrouwelijke belanghebbende van wie de echt genoot terzake van hetzelfde kind recht heeft op een toelage op grond van deze verordening, bedraagt niet meer dan het verschil tussen hetgeen de echtgenoot in totaal aan kindertoelage zou ontvangen, indien hij de betrek king van zijn vrouw naast de zijne vervulde en hetgeen hem uit hoofde van zijn eigen betrekking aan kindertoelage toekomt. 6.Indien voor een kind,behalve op grond van het bepaalde in deze verordening, kindertoelage,kindertoeslag of kinderbijslag, anders dan ingevolge of op de voet van de Kinderbijslagwet, of anders dan ingevolge een kindertoelagerege ling verband houdende met pensioen kan worden ontvangen, welke lager is dan de toelage ingevolge deze verordening, wordt laatstbedoelde toelage verminderd met het bedrag, waarop overigens recht bestaat, met dien ver stande, dat de som van de kindertoelage(n)kindertoeslag en/of kinderbij slag tengevolge van deze vermindering niet mag dalen beneden het bedrag, dat zou worden uitgekeerd,indien alle terzake betrekkelijke rechten waren ontleend aan deze verordening. -Artikel 4-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1954 | | pagina 41