Openbare vergadering va it de Raad der gemeente Idaarderadeel 4p Woensdag 29 December 1954 "te 9 uur. Aanwezig: S.K.de Jong,J.de Visser,B.Vriesema,B.K.van den Berg, E^Dantuma, R.Wartena,J.H.de Boer, J.J.Sjoerdsma,H.van de Lagewegj J»Miedema, P.van der Hem en A.Hondema. Afwezig: (met kennisgeving) Mevr.P.C.Halbertsma-Hijlkema. Voorzitter:S.K.de Jong,loco-Burgemeester. SecretarisD.Smits m L» «tr De notulen van de vergadering van 29 -Deeember- 1954 worden zon der opmerkingen en zonder hoofdelijke-stemming onveranderd vast gesteld. 2.Ingekomen stukken: De stukken, genoemd onder a tot en met c worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel voor kennis geving aangenomen. 5»Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening op de keuringsdienst van vee en vlees. De heer Van der Hem vraagt,of deze verordening uitsluitend het technisch gedeelte van de dienst omvat dan wel of de rege ling ook een financiële zijde heeft. Voorzitter antwoordt, dat deze verordening bijna uitslui tend voorschriften behelst betreffende de keuring en herkeuring van vee en vlees. Tarieven en dergelijke worden in deze verorde ning niet geregeld. 4»Bezwaarschriften tegen opgelegde aanslagen in de reinigings rechten, belastingjaar 1954» De heer Van de Lageweg merkt op,dat appellant W.Nijboer oor spronkelijk vóór 1 Juli zou verhuizen, maar door bijzondere om standigheden gedwongen was tot 22 Juli in perceel Warga 29 te blijven wonen. Op die grond achtte Nijboer het onbillijk, dat hij voor een vol jaar reinigingsbelasting zou zijn verschuldigd, zodat hij gemeend heeft te moeten reclameren. Spreker gelooft wel, dat het bezwaarschrift volgens de verorde ning ongegrond verklaard zal moeten worden, maar meent toch, dat hier een bijzondere omstandigheid aanwezig is. De Voorzitter zegt, dat appellant na 1 Juli is verhuisd, om welke reden hij niet voor ontheffing van reinigingsrechten in aanmerking komt.Wij moeten ons in deze aan de verordening houden. Appellant zou misschien kannen trachten restitutie te verkrijgen bij degene door wie hij gedwongen is tot 22 Juli te blijven wonen dan wel bij zijn opvolger. De heer Van den Berg is van hetzelfde gevoelen als de heer Van de Lageweg. Hij vraagt of in dit geval niet op andere wijze -op grond van billijkheid- afvoering van het belastingkohier moge lijk is. De Voorzitter antwoordt, dat alleen in geval de belastingplich tige niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar de -belasting-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1954 | | pagina 5