-6-
De heren Sjoerdsma en Vriesema geven te kennen, dat zij zich met het voor
gestelde bedrag ad f.1150,kunnen verenigen.
De Voorzitter antwoordt, dat de wethouders de behandeling van dit punt
ook liever hadden uitgesteld tot de komst van de nieuwe burgemeester. Gede
puteerde Staten hebben echter verzocht om vóór 1 Februari advies uit te
brengen, redenen waarom het college gemeend heeft dit punt in behandeling
t§/nemen. Indien de Raad voor dit geval een andere Voorzitter wenst aan
te wijzen, dan bestaat daartegen geen bezwaar. De wethouders zijn dan wel
bereid zich te verwijderen. Wanneer er van ons gevraagd wordt advies uit
te brengen en het college dus noodgedwongen deze zaak ter tafel brengt,dan
geschiedt zulks in de functie van wethouder. Persoonlijke omstandigheden
van een wethouder mogen bij de beoordeling van de onderhavige kwestie geen
rol spelen. In aanmerking nemende, dat de werkzaamheden, aan de wethouders
functie verbonden, in aantal en omvang zijn toegenomen en voorts het feit,
dat er na 1953 verschillende algemene loonsverhogingen zijn geweestachten de
wethouders de voorgestelde norm gerechtvaardigd.
De heer de /isser geeft eveneens te kennen, dat het voor de wethouders
niet aangenaam is deze zaak in dit stadium te moeten behandelen.
Nog na enige discussie wordt tot stemming overgegaan.
Het voorstel van der Hem (vaststelling van de bezoldiging op ten hoog
ste f.1000,-- per jaar) wordt verworpen met 8 tegen '3 stemmen.Vóór stemmen
de heren Van der Hem, Van de Lageweg en Van den Berg.
Het voorstel van Burgemeester en 'Wethouders (vaststelling van de bezol
diging op f.1150,per jaar) wordt aangenomen met 8 tegen 3 stemmen.Tegen
stemmen de heren Van den Berg, Van de Lageweg en Van der Hem.
13.Voorstel tot wijziging van de Bezoldigingsverordening 1954-
De heer Hondema zegt, dat de onderhavige salarisverbetering voor het
hogere personeel geldt. Hij kan met het voorstel accoord gaan,maar vraagt,
of Burgemeester en wethouders ook mogelijkheden zien om voor het lagere
personeel enige salarisverbetering te scheppen.
Ter beantwoording van deze vraag wordt de openbare vergadering op
voorstel van de Voorzitter geschorst.
Na heropening der zitting deelt de Voorzitter mede, dat, zodra de be
sprekingen over de herziening van de lonen van het lager personeel in/cien-
traal overleg tot resultaat hebben geleid, Burgemeester en Wethouders met
voorstellen dienaangaande zullen komen.
De heer Van der Hem vraagt, welke werkzaamheden de taak van de Directeur
van de Sociale Dienst omvat.
De Voorzitter antwoordtdat behalve de uitvoering van de Armenwet,wat
voorheen door de burgerlijke armbesturen plaats vond en thans gecoördineerd
is in de Sociale Dienst, de directeur van deze dienst belast is met de uit
keringen ingevolge de Sociale voorziening en andere werkzaamheden, in de
sociale sector gelegen. Voorts is hij nog administrateur van de Stichting
Friesma-Hiem.
De heer Van de Lageweg vraagt pf er in de toekomst ook iets gedaan
kan worden ter verbetering van de^ïinanciële omstandigheden van personen
die de gemeentedienst met pensioen gaan verlaten.
De Voorzitter antwoordt, dat de zorg voor gepensionneerden een zaak
is,welke het Rijk aangaat.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
14'Voorstel tot het verstrekken van een uitkering van 6^ der bezoldiging
aan het gemeentepersoneel over het vierde kwartaal 1954.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
-voorstel-
/moeten