9.Voorstel tot vaststelling van de waarde der eigendommen van het gemeen
telijk grondbedrijf in verband met periodieke hertaxatie.
No 187. Aan de Raad
der gemeente Idaarderadeel.
Grouw, 24 Januari 1955
Teneinde te voorkomen, dat het verschil tussen de boekwaarde en
de reële waarde van de in het grondbedrijf aanwezige gronden een te
grote omvang zou aannemen, moet ingevolge artikel 10 der Verordening
op het beheer van het grondbedrijf eenmaal in de vijf jaren de waar
de door een drietal - daartoe aangewezen deskundigen worden
Bij de op 51 December j.l.plaats gehad hebbende periodieke her
taxatie zijn de eigendommen door de deskundigen in totaal gewaar
deerd op f.142288,55. De boekwaarde bedroeg op die datum f.250779525,
zodat het nadelig taxatieverschil kan worden gesteld op f.108460,70.
Dit ongunstige resultaat moet voor een belangrijk deel worden
toegeschreven aan het feit, dat de schadelijke overhoeken in het ver
leden niet meer door de kopers zijn overgenomen, zodat het bedrijf
met gronden is blijven zitten, welke niet als bouwterrein kunnen
worden gewaardeerd. Zo zijn bij voorbeeld de ingesloten terreinen
ten Oosten van de Jochum Nieuwenhuisstraat, die ten Oosten van de
Kanaalstraat en die achter de chauffeurswoning van de N.V.Halbert-
sma te Grouw, tot een totale oppervlakte van ongeveer 7500 m2 door
de taxateurs geschat op f.1,-- per m2, terwijl zij bij de kostprijs
berekening -wegens het ontbreken van een verkawelingsplan- als vol
waardig bouwterrein, dat dus f.7»50 per ni2 had moeten opbrengen, zijn
aangemerkt
De minder gunstige uitkomst moet verder worden verklaard uit de
omstandigheid, dat de verkoopprijzen der gronden vóór Juli 1953,toen
een nieuwe kostprijscalculatie is gemaakt, te laag waren. Dit heeft
tevens ertoe geleid, dat voor de gronden,welke de gemeente zelve uit
het bedrijf nam, zoals ten behoeve van de bouw van Friesma-Hiem en de
bouw van een o.l.school te Grouw, een te lage vergoeding is betaald.
Janneer de hierboven geschetste factoren geen rol hadden gespeeld,
zou het nadelig taxatieverschil aanzienlijk kleiner zijn geweest.
Een ideale toestand, waarbij boekwaarde en taxatiewaarde een zelfde
bedrag aangeven, is echter vrijwel nimmer te bereiken,omdat bij de
kostprijscalculatie een aantal factoren in het geding zijn, welke
men niet met zekerheid op hun juiste waarde kan toetsen. Wij noemen
bij voorbeeld de duur van uitgifte der terreinen,die bepalend is voor
de vaststelling van het verwachte renteverlies, de ontwikkeling van
het loon en prijspeil enz.
Dit neemt niet weg, dat niettemin gestreefd dient te worden naar
een zo zuiver mogelijke berekening van de kostprijs. Voorwaarde hier
toe is, dat men aan de hand van een verkavelingsplan kan vaststellen,
welke gronden als volwaardig bouwterrein kunnen worden aangemerkt en
welke als schadelijke overhoeken moeten worden beschouwd.
-Teneinde-