Voorstel inzake verhoging van de bezoldiging der wethouders.
No. 195.
Aan de Raad der gemeente
IPAARDERAD5EL
Grouw, 24 Januari 1955.
Blijkens een van Gedeputeerde Staten ontvangen circulaire,
v/elke voor U bij de raadsstukken ter inzage ligt, was de toelaat»'
bare maximumnorm van de wethouderswed.de voor een gemeente als
Idaarderadeel volgens de in 1953 bestaande richtlijnen 750.-.
Volgens de thans geldende richtlijnen varieert de norm van
850.- tot 1150.-.
Genoemd college vraagt thans aan de Raad te mogen vernemen,
of de huidige bezoldiging der wethouders nog wel bevredigend
is. In ontkennend geval willen Gedeputeerde Staten gaarne wor
den ingelicht omtrent de vraag, op welk bedrag de wethouders-
wedde zou moeten worden vastgesteld.
Zoals U bekend is, heeft de Raad in zijn vergadering van
18 Juni 1953 als zijn oordeel uitgesproken, dat de wedde op
1000.- per jaar behoorde te worden bepaa.ld. Daa.rbij is over
wogen, dat de bezoldiging geen gelijke tred heeft gehouden met
de belangrijkheid der functie, blijkende uit een grotere fre
quentie der vergaderingen en uit het feit, dat de problemen^
in omvang en diepte toenemen, waardoor de wethouders intensie
ver dan voorheen bij de gemeentelijke werkzaamheden worden be
trokken. Voorts is in aanmerking genomen, dat de industriële
inslag van de gemeente mede heeft geleid tot een verzwaring
van de taak van de wethouders.
In afwijking van het betreffende raa.dsbesluit hebben Gede
puteerde Staten bij de op 8 Maart 1954 vastgestelde regeling
ter zake de bezoldiging bepaald op 900,-.
Hoewel wij ons als direct belanghebbenden liever van het
uitspreken van een oordeel over deze aangelegenheid hadden
onthouden, noopt de bestaande burgemeestersvacature er toe,
onze zienswijze naar voren te brengen. Wij moeten dan vast
stellen, dat de motieven, welke aan Uw besluit van 18 Juni
j.l. ten grondslag lagen, zich in steeds sterkere mate doen
gevoelen. Het aantal gevallen, waarin de bevolking zich recht
streeks tot de wethouders wendt wordt steeds groter, terwijl
de besprekingen, welke de wethouders ook buiten het gemeente
lijk territoir bijwonen, hand over hand toenemen.
V/ij menen, dat het in verband hiermede billijk moet worden
geacht, voor de bezoldiging der wethouders de toegestane
maximumnorm aan te houden, zodat wij U in overweging geven,
als Uw oordeel uit te spreken, dat de wedde der wethouders
op 1150,- behoort te worden vastgesteld.
Bi van idaarderadeel,
loco-Burgemeester
Secretaris