13.Voorstel tot wijziging van de Bezoldigingsverordening 1954» No.199. Aan de Raad der gemeente Idaarderadeel. Grouw,24 Januari 1955 Blijkens een voor TJ ter inzage liggende circulaire heeft de Minister van Binnenlandse Zaken overeenkomstig zijn indertijd reeds aangekondigde voornemen in overleg met de colleges van Ge deputeerde Staten der provinciënen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten doen nagaan, in hoever de salarispositie van het perso neel van de kleinere en kleinste gemeenten in het bijzonder en in samenhang daarmede van de overige gemeenten op verantwoorde wijze zou kunnen worden verbeterd. Bij het nemen van de uiteindelijke beslissing zijn vooral twee factoren bepalend geweest: a.de toegenomen overheidsbemoeiing op velerlei terrein en de daar mede gepaard gaande hogere eisen, welke aan de verantwoordelijk heid, vakbekwaamheid en algemene vorming van de ambtenaren moeten worden gesteld; b.de mede als gevolg van het gestelde onder a. grote vraag naar geschoolde krachten op het terrein van de overheidstaak, welke ge leid heeft tot een situatie, die vooral voor de kleinere en klein ste gemeenten op de duur ernstige gevolgen zou kunnen hebben voor een juiste functionnering van het gemeentelijk bestel. Met het oog op het bewaren van juiste verhoudingen binnen het overheidsapparaat als geheel moest bij de opzet van de voorgenomen salarisverbetering uiteraard een zekere beperking in acht worden genomen. Als resultaat van de overweging van deze materie heeft de Mi nister bewilligd in de totstandkoming van een aantal voorzienin gen inzake de bezoldiging van de gemeentesecretarissen en de daar van rechtstreeks afgeleide salarissen van andere gemeentelijke functionarissen, zoals de directeur van gemeentewerken en de eer ste ambtenaar ter secretarie. Deze voorzieningen,welke in verband met de duur der voorberei dingen ingevolge een eerder door de Minister gedane toezegging kunnen terugwerken tot 1 Januari 1954» houden in eerste instantie een herwaardering in van de in aanmerking komende functies in de klei nere en kleinste gemeenten, terwijl ook de overige gemeenten(tot 1000CC inwoners) in deze voorzieningen zijn betrokken. De normen van de secretariswedden zullen ook thans het uit gangspunt vormen voor de fixatie van die gemeentelijke salarissen, welke tot nu toe van deze normen werden afgeleid. De norm voor de eerste ambtenaar ter secretarie is in een ge meente der 3e klasse,evenals voorheen, gefixeerd op 8O/0 van de secretarisnorm, doch verminderd met 6$> -beperkt tot f.252,- wegens standplaatsaftrek. Ten aanzien van de doorwerking van de verbetering van de normen voor de eerste ambtenaar ter secretarie voor één of ten -hoogste-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1955 | | pagina 41