10Voorstel tot wijziging van de legeer van waterstaatswerken. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11.Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing van begrafenisrechten. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 12Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing van bruggelden. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 15.Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing van reinigingsrechten. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 14.Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing van pontgeld. De heer Van den Berg vraagt of het, gezien de exploitatie-uitkom sten, wel verantwoord is de exploitatie van de pont te laten voortbestaan Spreker heeft deze vraag al eerder aan de orde gesteld, maar toen werd verwacht, dat het gebruik van de pont zou toenemen en de opbrengst van de pontgelden zou stijgen. De cijfers laten evenwel zien, dat de op brengst van het pontgeld niet aan de verwachtingen beantwoordt. In aan merking nemende, dat de exploitatie van de pont jaarlijks een offer van ruim f.3000,— van de gemeente vraagt, acht hij continuering daarvan niet verantwoord. De heer Vriesema veronderstelt, dat het gebruik van de pont zal toenemen, wanneer straks de verbinding met het Zwettegebied door middel van een brug tot stand zal komen. Zo is er toen over gesproken. De heer Dantuma merkt op, dat de Raad indertijd van oordeel was, dat de doorsnijding van de Nesserweg door het Prinses Margrietkanaal een zodanig gemis vormde, dat er in het belang van een verbinding met de over zijde van het kanaal een voorziening moest worden getroffen. Er werd toen besloten een pont in te leggen. Nu het gebruik van deze pont tegenvalt en de exploitatie jaarlijks een belangrijke bijdrage van de gemeente vergt, zou spreker er veel voor gevoelen de exploitatie van de pont te verpach ten De Voorzitter antwoordtdat aan verpachting van het pontveer ook bezwaren zijn verbonden,welke niet onderschat moeten worden. Hij gelooft, dat de gemeente ondanks de minder gunstige exploitatie op de ingeslagen weg moet voortgaan. Bovendien is de heffingsverordening van het pontgeld door de Kroon goedgekeurd. Het betekent inderdaad een offer voor de ge meente,maar er wordt toch ook een belang mede gediend. De heer Van den Berg gelooft ook niet, dat verpachting van het pontveer de juiste weg is. Hij wil gaarne aan Burgemeester en Wethouders overlaten te onderzoeken, op welke wijze een meer verantwoorde exploita tie te bereiken is. De heer Hondema meent,dat bij de raad nimmer de gedachte heeft voorgezeten van het pontveer een winstgevend object te maken. Dit is naar zijn mening ook niet gewenst. Het is inderdaad juist,dat de vele reparaties aan de pont de onkosten gedurende de laatste tijd hebben doen stijgen, maar dit is voor hem nog geen overweging om tot verpachting over te gaan. Voorts meent spreker, dat de pont niet gemist kan worden, omdat zij in een behoefte voorziet. Wethouder De Visser acht het vanzelfsprekend,dat de pont een -offer-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1955 | | pagina 9