10.Voorstel tot splitsing van de openbare lagere school te Grouw. No.2743. Aan de gemeenteraad. Grouw,22 december 1955. Zoals u bekend is, is aan de heer JScheffer,hoofd der openbare lagere school te Grouw, op zijn verzoek met ingang van 1 juni 1956 eervol ontslag verleend wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Genoemde school heeft zich de laatste jaren sterk uit gebreid en telt momenteel 367 leerlingen, die als volgt over de verschillende leerjaren zijn verdeeld: I II III IV V VI VII 50 67 64 66 58 56 6 Het behoeft geen nader betoog, dat deze bezetting moest leiden tot een splitsing der klassen. Had men deze splitsing over de gehele linie kunnen doorvoeren door de vorming van een zestal pa rallelklassen, dan zou tegen deze ontwikkeling niet het minste bezwaar hebben bestaan. Dit was echter niet doenlijk,omdat aan de school slechts 9 leerkrachten verbonden mochten zijn, zodat aller lei combinaties van leerjaren en gedeelten van leerjaren ontston den, hetgeen uiteraard storend inwerkte op de vlotte gang van het onderwijs. Nemen wij verder in aanmerking, dat do leerlingen over twee schoolgebouwen zijn verdeeld -7 klassen zijn ondergebracht in het nieuwe gebouw aan de Nesserweg en 2 klassen in het oude ge bouw aan de Parkstraat-,dan is het duidelijk,dat door de groei van het leerlingental een vrij onbevredigende en onoverzichtelijke si tuatie is geschapen. Teneinde hierin verbetering te brengen hebben wij ons reeds geruime tijd afgevraagd, of het geen aanbeveling verdiende,de in richting in twee afzonderlijke scholen te splitsen, temeer, omdat mag worden aangenomen, dat het accres in het leerlingental zich voorlopig nog zal voortzetten. Met ingang van het nieuwe school jaar per 1 september 1956 moet namelijk rekening worden gehouden met een totale schoolbevolking van rond 400 leerlingen. Aan de splitsing zijn niet onbelangrijke voordelen verbon den. Enerzijds ontstaat een grotere overzichtelijkheid,hetgeen voor de betrokken hoofden van belang is,anderzijde leidt een split sing tot verlaging van de leerlingenschaal,hetgeen het onderwijs sterk ten goede komt. Voor een school met 6 leerkrachten is een aantal leer lingen vereist van minimaal 211 en voor een school met 5 leerkrach ten van tenminste 166, in totaal derhalve 377. Dij de huidige be zetting van 367 ontbreken hieraan derhalve nog 10 leerlingen. V/ij vertrouwen echter, dat dit geringe verschil voor de minister van^ onderwijs,kunsten en wetenschappen geen aanleiding zal zijn, afwij zend te beschikken op een eventuele aanvrage ex artikel 56,2e lid, der lager onderwijswet 1920, om een vijfde leerkracht, temeer niet, omdat,zoals gezegd op een verdere stijging van het leerlingental mpet worden gerekend. In verband met het vorenstaande en in overleg met de -inspecteur-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1955 | | pagina 35