-2-
De aanslag is derhalve juist opgelegdzodat wij u voorstellen
deze te handhaven en het bezwaarschrift ongegrond te verklaren.
5.L.Terpstra te Wartena 183.
Appellant deelt mede, dat de hem opgelegde aanslag voor een vol
jaar is berekend, terwijl hij eerst sedert 25 maart j.l. aan bovenver
meld adres woonachtig is, reden, waarom hij meent, dat hij slechts
ongeveer 3/4- van de aanslag verschuldigd is.
De aanslag is ingevolge de verordening slechts voor de helft ver
schuldigd wanneer de diensten na 1 juli een aanvang hebben genomen.
Daar dit hier niet het geval is, is de aanslag juist opgelegdzodat wij
u voorstellen het bezwaarschrift ongegrond te verklaren onder handha-r
ving van de aanslag.
6.J.Willemsen te Doorwerth,Bentinckweg 16.
Appellant is van mening, dat hij slechts reinigingsrechten verschul
digd is over 7 maandenomdat hij op 26 juli 1955 uit dezo gemeente is
vertrokken
V/aar,zoals eerder opgemerkt, het vertrek vóór 1 juli moet hebben
plaats gehad, om voor ontheffing in aanmerking te komen, stellen wij u
voor het bezwaarschrift cngegrond te verklaren en de aanslag te handhaven.
-7.M.Bakker te Varga 97»
Appellant voert aan,dat hij sedert 1 juli 1954 in het bezit is van
een watercloset, terwijl bovendien cie huurwaarde van zijn perceel voor
zijn boekhouding is geschat op f.156,per jaar, redenen, waarom hij ge
deeltelijke ontheffing van de aanslag,welke f.11,75 bedraagtverzoekt
V/ij merken op, dat niet de huurwaarde volgens de boekhouding van
betrokkenen maatgevend is,doch de huurwaarde ingevolge de wet op de
personele belasting. Laatstgenoemde huurwaarde is vastgesteld op f.200,-.
Bij deze huurwaarde bedragen de rechten ingevolge de verordening voor
het gebruik van de privaatton f.5,50 en voor het afhalen van huisvuil
f.6,25, in totaal derhalve f.11,75.
Aangezien appellant sedert 1 juli 1954 geen gebruik meer maakt
van de privaatton,kan hij van de betaling van het hiervoor verschuldigde
recht worden ontheven,zodat de aanslag nader behoort te worden vastgesteld
op f.6,25. V/ij stellen u voor, daartoe te besluiten.
8A.Bijlsma te Grouw,Oosterhoutstraat 19
Appellant voert aan,dat hij op 14 september j.l. in het bezit is
gekomen van een closet met waterspoeling,op grond waarvan hij ontheffing
van de aanslag verzoekt over het 4e kwartaal 1955.
Inwilliging van het verzoek is echter volgens de verordening niet
mogelijk,omdat deze met kwartalen geen rekening houdt. Alleen indien het
closet vóór 1 juli j.l. zou zijn aangebrachthad voor de helft van de
aanslag ontheffing kunnen worden verleend.
V/ij stellen u in verband hiermede voor het bezwaarschrift ongegrond
te verklaren en de aanslag te handhaven.
9T.van der Feer te G-rouw,Friesma-Hiem 2/25.
Appellante verklaart woonachtig te zijn in óón der woningen van de
stichting Friesma-Hiem,welke van centrale verwarming zijn voorzien. Zij
maakt bezwaar tegen de aenslag,omdat deze hoger is dan die welke aan de
bewoners der niet van centrale verwarming voorziene woningen dier stich
ting is opgelegd. Voorts deelt appellante mode, dat haar woning eerder
kleiner is dan de woningen zonder centrale verwarming,omdat eon zolder
ontbreekt. Zij maakt bijna geen gebruik van de reinigingsdienst omdat
zij met vier andere bewoners van Friesma-Hiem slechts óón emmer nodig
heeft.
V/ij merken op,dat de huurwaarde der woningen met centrale verwar
ming is gesteld op f.215,en die zonder centrale verwarming op f.190,
-zodat-