14. Voorstel tot het verstrekken van een uitkering van 3% aan het
gemeentepersoneel.
Blijkens een ontvangen circulaire van de minister van bin
nenlandse zaken dd. 24 maart j1.hoofdafdeling O.P.Z.,Afd.A.Z.
Bur.II, welke voor u bij de raadsstukken ter inzage ligt, ligt
het in de bedoeling, te bevorderen, dat aan het rijkspersoneel
over het jaar 1955 alsnog een uitkering wordt verleend. Deze uit
kering zal worden gesteld op 3% van de op 1 mei 1956 geldende
(jaar-)wedde in de zin van de van toepassing zijnde bezoldigings
regeling. De regering is van mening, dat het eenvoudigheidshalve
aanbeveling verdient, dat alle op 1 mei 1956 in rijksdienst zijnde
werknemers de uitkering ontvangen, ongeacht of zij al dan niet in
1955 in rijksdienst waren. In afwachting van de totstandkoming
van het terzake betrekkelijke fcninklijk besluit zal de uitkering
bij wijze van voorschot worden verstrekt, zo mogelijk in de eerste
week van de maand mei.
De minister verzoekt ten aanzien van het gemeentepersoneel
een overeenkomstige voorziening te willen treffen.
■Aangezien de rechtspositie van het gemeentepersoneel ook
overigens zoveel mogelijk is afgestemd op die van het rijksperso
neel en de bij het centraal overleg betrokken personeelsorgani
saties zich met een maatregel in deze zin hebben verenigd, stel
len wij u voor, de aangekondigde rijksregeling van overeenkomsti
ge toepassing te vorklaren op het gemeentepersoneel en daartoe
vast te stellen een besluit, waarvan het concept bij de raads
stukken is gevoegd.
No. 904.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 2 mei 1956.
Burgemeester en wethouders van Idaarderadeel,
burgemeester
secretaris.