7-
23a.Voorstel tot aankoop van een boerderij met erf van A.van der lest
te Grouw.
De heer Van den Berg vraagt, hoe groot het aan te kopen perceel
is. Voorts zegt spreker, dat uit de stukken niet blijkt, of het pand door
deskundigen is getaxeerd. Is er ook een taxatierapport?
De Voorzitter antwoordtdat het perceel 55 are groot is. Het pand
is wel getaxeerd. Ter verdere beantwoording van de vraag omtrent de taxa
tie wordt op voorstel van de Voorzitter besloten de openbare vergadering
te schorsen.
Na heropening der vergadering vraagt de heer Van de Lageweg of de
gemeente wel bemoeiing heeft met de stichting van een nieuw politiebureau.
De zorg voor een politiebureau, dus voor een rijksdienst, behoort toch
tot de taak van het rijk.
De Voorzitter zegt, dat de gemeente inderdaad bemoeiingen heeft
met beschikbaarstelling van gebouwen voor de rijksdiensten der politie,
via het Departement van Justitie.Het bureau van de groepscommandant is
nu ook ondergebracht in een gemeentegebouw, dat door de rijksdienst wordt
gehuurd.
De heer Hondema vindt de prijs wel wat hoog. Na de toelichting
w van een en ander blijkt het echter iets mee te vallen, aldus spreker. We
moeten echter niet uit het oog verliezen, dat het egaliseren en in orde
brengen van het z.g.duivelseiland ook grote bedragen zal vorderen.
Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders de uitein
delijke kosten niet onderschatten. De bijzonder gunstige ligging van het
aan te kopen pand met de daarbij behorende grond heeft bij het college
de doorslag gegeven voor het onderhavige voorstel. Een gedeelte van de
grond kan voorts ook dienstbaar worden gemaakt voor in het raam van het
uitbreidingsplan aansluitende woningbouw.
De heer Van den Berg vindt een en ander ook wat duur. Hij kan ech
ter wel met het voorstel meegaan, omdat de ligging van het perceel t.a.v.
het gemeentehuis zeer gunstig is en de gemeente de gelegenheid tot aankoop
niet kan laten voorbij gaan.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
besloten.
26.Voorstel tot vaststelling van het bedrag, bedoeld in artikel 55bis
der lager onderwijswet 1920 voor het jaar 1957.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
27.Comptabiliteit
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
28.Behandeling der begrotingen voor het dienstjaar 1957.
De Voorzitter geeft de gelegenheid tot het houden van algemene
beschouwingen over de begrotingen.
De heer Hondema,sprekende namens de fractie van de Partij van de
Arbeid, constateert, dat het beeld van de begroting voor 1957 weinig
verschilt van dat van de begroting van 1956. Ook voor het komende jaar
is er weer een tekort geraamd, dat f.110.000,bedraagt. Er blijkt weer
voldoende uit, dat de gemeente wel meer zou willen doen dan volgens de
begroting mogelijk is. Ondanks het minder gunstige beeld kan met vreugde
worden gememoreerd, dat de subsidies ten behoeve van de culturele vereni
gingen en instellingen kunnen worden gehandhaafd,waardoor het voor die
verenigingen mogelijk is hun werk te blijven voortzetten. Verschillende
posten zijn pro memorie uitgetrokken. De toekomst zal leren of deze pos
ten nog in cijferposten kunnen worden omgezet en de betreffende kapitaals
objecten kunnen worden uitgevoerd. Spreker meent, dat bepaalde werken wel
-urgent-