22.Voorstel tot wijziging van de Bezoldigingsverordening 1955»
No 1774. Aan de gemunteraad.
Grouw, 9 september 1957»
Blijkens een schrijven dd.15 -juni j .1. ,Hoofdafd.O.P.Z. afd. Be
zoldiging, Bur.Ill,Nr.U 26571, van de minister vanbinnenlandse zaken,
bezitsvorming en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie zijn de sa
larissen van een deel der hogere rijksambtenaren nader vastgesteld
bii koninklijk besluit van 13 mei 1957, Stbl.159-
De motieven,welke tot de totstandkoming van genoemd besluit heb
ben seleid, ziin in hoofdzaak gebaseerd op de overweging, dat een
verbetering van het algemeen salarisniveau voor deze ambtenaren naar
het oordeel van de ministerraad geboden was, teneinde een kennelijke
achterstand ten opzichte van het niveau van overeenkomstige func 10-
narissen in de particuliere sector te verkleinen en aldus een goede
uitoefening van de onderscheiden overheidstaken, welke m gevaar
dreigde te geraken, voor de toekomst beter te waarborgen.
De verbeteringen hebben betrekking op de rang van referendaris
(maximumsalaris tot dusver f.10356,- per jaar) en de rangen met een
Eeliik of hoger maximumsalaris dan genoemd bedrag.
Naar het oordeel van de minister ligt het in de rede, dat ook
voor het overeenkomstige personeel der gemeenten soortgelijke voor
zieningen worden getroffen. Voor gemeenten beneden 8000 inwoners heeft
genoemd besluit evenwel geen betekenisomdat in die gemeenten geen
salarissen worden getoucheerd, welke gelijk zijn of hoger aan ie,
verbonden aan de rang van referendaris bij het rijk. Dit geicit aus
ook voor deze gemeente.
In verband met de jongste voorstellen tot verbetering van de
onderwijzerssalarissen heeft de minister blijkens bovengenoemde cir
culaire mede een verhoging van de salarissen voor de burgemeesters m
de gemeenten met minder dan 8000 inwoners in overweging genomen,ter
wijl het de bewindsman voorts voorkomt, dat termen aanwezig zijn,ook
voor de secretarissen in de kleinste en kleinere gemeenten, een be
scheiden salarisverbetering te overwegen.
Ingevolge een bij de circulaire gevoegde bijlage wordtde maxi
mumwedde van de secretaris in gemeenten van 6000 tot 8000 inwoners,
(exclusief de 6% en 5,6%) gesteld op f.9960,--. De eerste ambtenaar^
ter secretarie genoot totnogtoe eon bezoldiging van 8O/0 van de secre
tarisnorm met inachtneming van de standplaats- '.aftrek,Deze verhouding
kan naar het oordeel van de minister thans niet meer gehandhaafd wor
den,doch dient te worden teruggebracht tot 75% van vermelde^norm.
Wat de salariëring van do directeur van gemeentewerken betreft
zij opgemerkt, dat deze in de raadsvergadering van 27 mei j.i.-is
gebracht op 95% van de oude secretansnom.
Blijkens de circulaire dient thans een percentage van 84 van de
secretarisnorm te worden aangehouden. Aangezien dit een achteruitgang
in bezoldiging zou betekenen, zouden de rechten van de huidige directeur
van gemeentewerken door het opnemen van een garantiebepaling moeten
worden veiliggesteld.
Met uitzondering van de hierboven vermelde functionarissen ïsde
minister van mening, dat volstrekt moet worden afgezien van voorzie
ningen voor de middelbare en lagere ambtenaren der gemeente en dat
terzake dient te worden afgewacht, wat voor de financiële positie
van deze categorieën in de toekomst eventueel zal kunnen worden ge—
daan' -De-