Vergadering van de Commissie voor Ge
organiseerd Overleg in de gemeente Idaar-
deradeel op donderdag 5 september 1957,
des namiddags te 2.30 uur.
Voorzitter; de heer R.Walda, Burgemeester.
Aanwezig; als leden de heren; A.Hondema en R.Wartena, P.Smit en J.Schulp,
alsmede de heren Smeets en Vrijburg, respectievelijk als ver
tegenwoordigers van de Algemene Bond van Ambtenaren en de
Nederlandse Bond van Gemeente-Ambtenaren.
Secretaris;D.Smits.
De voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom, waar
na de notulen van de vergadering van 2 april 1957 ongewijzigd worden
vastgest eld
Vervolgens stelt de voorzitter het eigenlijke agendapunt aan de
orde, te weten, een wijziging van de Bezoldigingsverordening 1955 in
verband met de circulaire van de minister van binnenlandse zaken,be
zitsvorming en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie dd. 15 juni j.l.,
Hoofdafd.OPZ, afd. Bezoldiging, Bur. Ill nr.26571 inzake herziening
van de salarissen van een deel der hogere rijksambtenaren.
De heer Vrijburg brengt naar voren, dat het hier om een moeilijke
zaak gaat. De organisaties hebben zich indertijd op het standpunt ge
steld, dat een verhoging van de salarissen der hogere ambtenaren rede
lijk was, doch dat het onredelijk was, de middelbare en lagere ambte
naren niet in een lérziening te betrekken.
In gemeenten beneden 14000 inwoners zal voor de ambtenaren, aldus
Spr, vrijwel niets kunnen worden gedaan, al zullen de secretarissen
en de ontvangers op grond van andere motieven een positieverbetering
kunnen verkrijgen. Eén van do grote grieven van Spr. is, dat de pro
centuele verhouding van 80% van de secretarisnorm voor de eerste ambte
naar in gemeenten boven 14000 inwoners gehandhaafd blijft, terwijl zulks
in de kleinere gemeenten niet het geval is. Voor het doorbreken van deze
verhouding welke verhouding indertijd aan de hand van het rapport van
de commissie Ubink is vastgesteld- is naar sprekers mening geen steek
houdend argument aan te voeren. Sprekers organisatie stelt zich dan
ook op het standpunt, dat de 80% verhouding in stand moet worden gela
ten en vraagt aan de gemeentebesturen een besluit in die geest te
nemen
Aangezien bij het aanhangige voorstel de marge tussen de bezol
diging van de hoofdcommies en de commies iets groter zal worden, geeft
spreker in overweging de bezoldiging van de commies A op te trekken tot
bijv. f.6900.-.
De heer Smeets merkt op, dat de voorgeschiedenis van de aan de orde
zijnde kwestie er hoe langer hoe minder toe doet. De vraag is, wat zal
er nog voor de overige ambtenaren worden gedaan. De regering heeft zich
vooralsnog beperkt tot de topfunctionarissen. Sprekers organisatie ge
voelt evenmin iets voor het overboord gooien van de bestaande verhou
dingen. Over de vaststelling van deze verhoudingen is in Friesland bij
de behandeling van het rapport van de commissie Ubink zwaar gedelibereerd
en daarom is het wellicht van belang, handhaving van die verhoudingen te
bepleiten, hoewel dit vermoedelijk bij gedeputeerde staten en ook bij de
minister wel op enige bezwaren zal stuiten. Dit zou dan kunnen geschieden
in de vorm van een principe-besluit.