Alvorens over te gaan tot de behandeling van punt 30, begrotingen
voor 1958, wordt op voorstel van de Voorzitter besloten het na
volgende punt aan de agenda toe te voegen;
31.Voorstel tot verkoop van een perceel water aan de Halbertsma's
Fabrieken voor Houtbewerking N.V. te Grouw.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
30Behandeling der begrotingen voorhet dienstjaar 1958.
Algemene beschouwingen.
De heer Hondema merkt op, dat de begroting voor 1958 een ander
beeld geeft te zien dan die voor 1957Het beleid van burgemeester
en wethouders is er op gericht geweest om in 1957 met de beschikbare
middelen nog te doen, wat gedaan kon worden. De bestedingsbeper
king werkt langzamerhand door, en doet ook haar invloed gelden
op de financiële mogelijkheden der gemeente. De begroting voor
1958 biedt niet zoveel ruimte voor grote werken, wat wel te ver-r
wachten was. De algemene gedachtengang is volgens spreker, dat er
over het geheel teveel geïnvesteerd is, waardoor de schulden van
de gemeenten zijn toegenomen en de financiële middelen krap zijn
geworden. Hij brengt hulde aan het college voor het woningbouwbe
leid in samenwerking met de bouwvereniging Idaarderadeel. Dat de
woningbouw momenteel wat stagneert, mag niet op rekening van^
burgemeester en wethouders of het bestuur van de bouwvereniging
worden geschoven. De oorzaak daarvan moet weer in de bestedings
beperking gezocht worden. Spreker vraagt de aandacht van het col
lege voor het normale onderhoudswerk der gemeente. Wanneer het
onderhoudswerk zou worden verwaarloosd, heeft dit toifc gevolg,
dat de gemeente zich later grotere uitgaven moet getroosten om de
zaak weer in orde te brengen. Wij kunnen over hetgeen burgemeester
en wethouders blijkens de begroting voornemens zijn te doen uit
voeren, niet ontevreden zijn. Wanneer wij het Hoofdstuk Openbare
werken voor 1958 vergelijken bij vorige jaren, dan zouden wij
daaraan gaarne nog enkele objecten willen toevoegen. Dit is helaas
niet mogelijke uit een oogpunt van investeringDe vraag dringt
zich echter op, welke objecten het eerst voor uitvoering in aan
merking komen, zodra de financiële omstandigheden zulks mogelijk
maken.°Als meest urgente werken noemt spreker; gedeelte Oude Haven
te Grouw, dat in de zomer op warme dagen een ondragelijke toe
stand vormt en voorts de riolering in Roordahuizum, waaraan
dringend behoefte is. Het verheugt hem, dat verschillende ^her—
stratingen op de begroting voorkomen, o.a. de weg Grouw—wartena,
waarvan de verbetering wel nodig is. In meerdere kringen ver
wacht men, dat de bestedingsbeperking van tijdelijke aard zal zijn
en dat wij voor de verdere toekomst niet pessimistisch behoeven
te zijn. Wanneer dit zo moge zijn en in het college dezelfde ver
houdingen kunnen blijven gehandhaafd, dan gelooft spreker, dat^
ondanks de mindere mogelijkheden, door gezamenlijk streven toch
nog veel bereikt kan worden.
De Voorzitter antwoordt, dat de situatie inderdaad zo is, als de
heer Hondema heeft geschetst. Burgemeester en wethouders zouden
veel meer willen doen, maar alles hangt af van de verdere ont
wikkeling op financieel en economisch terrein. Hij dankte spreker
voor de waarderende woorden en zegt, dat de door hem genoemde
onderwerpen de volle aandacht van het college hebben.
- De -