- 8 -
De heer Dantuma zegt, dat hij met instemming heeft kennis genomen
van de overplaatsing van een gemeentereiniger naar Warga in de
functie van brugwachter. Hij vraagtj of er geen meer mogelijkheden
zijn om de reinigingsdienst meer efficient te doen functioneren
b.v.door mechanisatie'.
De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders elke mo
gelijkheid tot coördineren en samenvoegen van bepaalde taken gaar
ne zullen aangrijpen. De Dienst van gemeentewerken zal ruime aan
dacht aan deze zaak besteden.
De heer Van de Lageweg meent, dat de heer Hondema zich nog al
optimistisch heeft uitgelaten. Hij kan dit optimisme niet delen.
Spreker gevoelt zich teleurgesteld, wanneer hij in aanmerking
neemt, hoe gering de invloed van de raad tegenwoordig is. De raad
is in naam het hoofd der gemeente. Wanneer men deze begroting be
ziet, dan heeft dc raad in feite niets meer te zeggen. Mogelijk
heden om bepaalde wensen naar voren te brengen zitten er niet in.
Zou dit niet anders kunnen, vraagt spreker. Wij leven nu nog in
de schijn van een hoogconjunctuur, maar de kentering is al waar
te nemen. Spreker heeft echter wel oog voor de moeilijkheden, waar
mee burgemeester en wethouders hebben te kampen. Hij hoopt, dat zij
er in zullen slagen de gemeontelijke huishouding in goede banen
te leiden.
De Voorzitter antwoordt, dat de gemeentelijke autonomie, waarop
de heer Van de Lageweg doelt, de laatste jaren zeer in het gedrang
is gekomen. Dit heeft in de gemeentelijke kringen veel weerstand ge
wekt-. De gemeenten, die financieel afhankelijk zijn van het rijk,
ondervinden dit het meest. Wat onze gemeente betreft zegt spreker,
dat het niet mogelijk was een sluitende begroting aan te bieden
zonder de saldireserve aan te spreken. Een andere moeilijkheid is,
dat uitvoering van kapitaalsobjecten in vele gevallen niet moge
lijk is wegens gebrek aan financieringsmiddelen, Burgemeester en
wethouders zullen alles in het werk stellen om voor de uitvoering
van de voorgenomen openbare werken een financieringsregeling te
verkrijgen. Spreker hoopt ook, dat de moeilijkheden van tijdelijke
aard zullen zijn.
Tenslotte dankt hij de heer Van de Lageweg voor de goede wensen.
Hierna wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling van de
begrotingen
Gemeentebegroting
Uitgaven
Post 96.Brandkranen en brandputten.
De heer Van der Hem vraagt, of de kosten van een brandkraan wel
juist geraamd zijn. Naar hij meent zijn deze kosten f.9.- en niet
f.6.-.
De Voorzitter antwoordt, dat dit inderdaad een vergissing is.
Een wijziging zal alsnog worden aangebracht.
De heer De Boer acht het gewenst, dat niet alleen met het brand
weermateriaal wordt geoefend, maar ook aandacht wordt besteed aan
de brandmelding en alarmering. Bij de onlangs in Warga uitgebroken
brand schijnen verschillende brandweerlieden het alarm niet te heb
ben gehoord met het gevolg, dat de Grouwster brandweer eerder bij
de brand verscheen.
Overigens heeft spreker lof voor hetgeen de brandweer heeft ge
presteerd
De -