23. Voorstel tot invoering werkclassificatie en prestatiebeloning ten
aanzien van de werk- en vaklieden.
No. 2847.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 24 oktober 1958.
In bijgaande circulaire van 10 april 1958, O.P.Z. no. 28205,
heeft de minister van binnenlandse zaken, bezitsvorming en publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie een uiteenzetting gegeven met betrek
king tot de toepassing van moderne loonmethodieken ten aanzien van het
rijkspersoneel, ingedeeld in de zgn. loongroepen (handarbeiders).
Uit die uiteenzetting blijkt, dat in de rijksdienst een aanvang
is gemaakt met loonbepaling op basis van werkclassificatied.w.z. met
methodische bepaling van het functieloon, gepaard gaande, zonodig, met
de toepassing van een garantietoelage (opdat in elk geval het huidige
groepsloon behouden blijft) en voorts met toepassing van prestatie
beloning
Uit een nadere voor u ter inzage liggende circulaire van 8 mei j.l.
O.P.Z.no. 28341 van genoemde bewindsman blijkt o.m. dat de toekenning
van een 3^ overgangstoelage (die zich op de categorie der handarbeiders,
die vooralsnog buiten toepassing der bedoelde loonmethodieken blijft)
aan overeenkomstig personeel in gemeentedienst afhankelijk wordt ge
steld van een gemeentelijke beslissing tot effectuering der moderne
loonmethodieken, hetzij met behulp van eigen taakanalistenalthans
voor een gedeelte van het personeel, op korte termijn, hetzij met be
hulp van een deskundige instantie, zo mogelijk voor het gehele perso
neel, eventueel op langere termijn.
De minister kan zich er mede verenigen, dat de 3% overgangstoe
lage terugwerkende kracht verkrijgt tot 1 april 1958, mits de gemeente
op het stuk der werkclassificatie concrete voorbereidende maatregelen
treft, d.w.z. dat vóór 1 januari 1959 een raadsbesluit wordt genomen,
strekkende tot invoering van werkclassificatie en prestatiebeloning
en opdracht aan een deskundige instantie, waarvoor dan het Bureau
Personeelsbeheer en Organisatie van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten zou kunnen worden ingeschakeld.
Hoewel de invoering van een en ander nogal v/at administratieve
rompslomp met zich brengt, zal daaraan o.i. niet kunnen worden ontko-
"ern- men, zonder de belangen der werklieden/te schaden. De minister immers
stig stelt zich op het standpunt, dat verdere loonsverhogingen niet moge
lijk zijn, indien het loon niet op basis van werkclassificatie wordt
bepaald. Bovendien bestaat de verwachting, dat de prestatietoeslag,
welke voorshands op maximaal 8% is bepaald, in de toekomst zal stijgen,
zodat bij niet-invoering de werklieden nog verder zouden worden bena
deeld
Over de invoering is de Commissie voor Georganiseerd Overleg
in haar vergadering van 20 oktober j.l. gehoord 'en heeft daaromtrent
gunstig geadviseerd.
Wij mogen u hiervoor naar de notulen der vergadering, welke
voor u ter inzage liggen, verwijzen.
Op grond van een en ander stellen wij u voor:
a.tot invoering van werkclassificatie en prestatiebeloning ten aanzien
der werk- en vaklieden over te gaan;
- b -