Artikel 7« lid 1 en lid 2.
Blijkens recente jurisprudentie beschouwt de Centrale Raad van
Beroep de bepalingen van de verstrekkingenlijst niet bindend, omdat
deze lijst noch in het reglement, noch in de regeling wordt vermeld.
Dit vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat bij de opzet van de
I.Z.A.-regeling ervan uitgegaan is, dat in beginsel alle aanspraken
en verplichtingen in het reglement zouden worden opgenomen, met uit
zondering van het vergoedingspercentage. Inmiddels is het noodzake
lijk gebleken niet alleen het percentage, maar ook de inhoud der aan
spraken nader te omschrijven en bepaalde beperkingen aan te brengen,
hetgeen geschiedde door de vaststelling van de verstrekkingenlijst
De Centrale Raad van Beroep sauveert deze bepalingen in beginsel
slechts voorzover zij kunnen worden beschouwd als een redelijke uit
leg van de bepalingen van de regeling en het reglement.
Door de voorgestelde wijziging wordt verkregen, dat aan de be
palingen van de verstrekkingenlijstverbindende kracht niet meer zal
kunnen worden ontzegd. Het reglement verkrijgt aldus meer uitdrukke
lijk karakter van een regeling van algemene rechten en verplichtingen
van de deelnemers en de Ï.Z.A.'s, terwijl de verstrekkingenlijst
dienen kan als ter concretisering van de vergoedingspercentages en van
de inhoud der te vergoeden kostensoorten.
Artikel 9
Over de sinds de totstandkoming van het I.Z.A. plaats gehad heb
bende algemene loonsverhogingen is door de ambtenaren wier bezoldiging
de f.10.000.- niet is overschreden, de volle I.Z.A.-premie betaald.
Het is billijk, mede gezien het feit, dat ook de ziektekosten tenmin
ste een evenredige stijging hebben ondergaan, met handhaving van het
uitgangspunt dat de bezoldiging boven een bepaalde grens voor de be
rekening van de I.Z.A.-bijdrage buiten beschouwing blijft, ook de
hoger gesalarieerde deelnemers over deze algemene loonstijging I.Z.A.-
bijdrage te doen betalen.
Artikel 26, lid 3.
Het voorschrift, dat het reglement (en de verstrekkingenlijst
elk jaar opnieuw moet worden vastgesteld, ook indien geen wijzigingen
worden aangebracht lijkt overbodig.
Een verplichting tot jaarlijkse herbeoordeling is voldoende en
sluit aan bij de in feite reeds bestaande praktijk.
Wij kunnen ons met de hierboven vermelde wijzigingen, waarom
trent de instemming van het Centraal Orgaan is verkregen, zodat
plaatselijk overleg achterwege kan blijven, zeer wel verenigen, zodat
wij u voorstellen, de regeling in bovengeschetste zin te herzien en
daartoe te nemen een besluit, waarvan het concept bij de raadsstukken
is gevoegd.
Burgemeester en wethouders van Idaarderadeel
R.Walda burgemeester
D.Smits secretaris.