Zodra daaraan 'behoefte blijkt te bestaan, kan alsnog worden overwogen, of voor Wartena een afzonderlijke stichting moet worden opgericht dan wel voor Grouw en Wartena gezamenlijk êên stichting voldoende is. De heer van de Lageweg gevoelt niets voor éên gemeentelijke stichting. Wij hebben ook meerdere coöperatieve zuivelfabrieken in dezelfde gemeente, zegt spreker. Voor Wartena zou een afzonderlijke stichting opgericht moeten worden. Het stichtingsbestuur van Grouw heeft werk genoeg om ook nog het recreatiegebied van Wartena te be heren en te besturen. De heer Honderna zegt, dat uit de besprekingen gebleken is, dat het bestuur een omvangrijke taak krijgt, waardoor uitbreiding van het bestuur wel gerechtvaardigd is. De heer van de Lageweg spreekt zichzelf tegen, omdat hij zich aanvankelijk tegen uitbreiding van het bestuur heeft verklaard en later opmerkt, dat het stichtingsbe stuur met het recreatieplan voor Grouw zo druk bezet zal zijn, dat het aan het werk in Wartena niet toekomt. Indien de vergadering niet akkoord gaat met de door hem gesuggereerde bestuurswijziging- of -uitbreiding, dan zal spreker zich daartegen niet verzetten. Wethouder de Jong betoogt, dat hij er niet voor gevoelt het bestuur uit te breiden met twee leden, buiten het gemeentebestuur. De uitvoering van dit recreatieplan verkeert nog in een begin-stadium. Wij weten .nog niet precies, hoe een en ander moet worden geregeld. Het is nog voelen en tasten, maar uit vorige besprekingen is wel ge bleken, dat voorop moet staan, dat het werk moet worden uitgevoerd in de geest van de sociale recreatie. Om dit te bevorderen moet het werk dus van de raad zelf uitgaan. Mocht naderhand blijken, dat uit breiding van het bestuur nodig is, dan is zulks altijd mogelijk. Spreker is er op tegen om als voorwaarde te stellen, dat daarvoor uitsluitend personen in particuliere kringen in aanmerking komen. De heer Honderna merkt op, dat ook bij hem de sociale recreatie als eerste voorwaarde geldt. De samenstelling van het bestuur deed hem echter vrezen, dat de zaak in een te ambtelijke sfeer zou gera ken. De voorzitter antwoordt, dat het misschien verstandig zou zijn artikel 4 der Statuten enigszins te wijzigen, in die zin dat in het eerste lid de woorden "ten hoogste acht leden" worden veranderd in "ten hoogste tien leden". Daardoor zal het mogelijk zijn het aantal bestuursleden met twee uit te breiden, indien daaraan behoefte zal blijken te bestaan. Overigens wordt door deze wijziging nog geen ver plichting tot bestuurauitbreiding opgelegd. Hij stelt voor het voor stel aldus te wijzigen. Wethouder de Jong kan hiermede wel instommen, doch sou graag een uitspraak van de raad hebben, dat bij uitbreiding van het bestuur niet persé personen uit de particuliere sector benoemd behoeven te worden. Na enige discussie gaat de raad hiermede akkoord. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de Statuten vast te stellen met inachtneming van de voorgestelde wijziging van artikel 4. 10Voorstel tot het verstrekken van voorschotten, bedoeld in arti kel 101 der lager-onderwijswet 1920 ten behoeve van de bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs voor het jaar 196"' Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. - 11. Voorstel tot - O'

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1961 | | pagina 13