5. Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing van
weghelasting.
No. 609. Aan de gemeenteraad.
Grouw, 16 maart 1961.
Teneinde in aanmerking te kannen komen voor een herziening
van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, is het naar het
oordeel van de minister van binnenlandse zaken noodzakelijk, dat
de gemeenten haar eigen heffingen tot een bepaald peil hebben op
gevoerd.
Onder meer zal worden uitgegaan van een inkomstenpeil als
bij de volgende tarieven wordt bereikts
a. voor de straatbelasting, voor zover deze niet dienstbaar is
gemaakt aan de heffing van rioolbelasting of baatbelasting,
naar tarieven van 10$ en 5$ van de belastbare opbrengst der
gebouwde respectievelijk der ongebouwde eigendommen;
b. indien en voor zover het tekort aan algemene dekkingsmiddelen
mede veroorzaakt wordt door de lasten wegens aanleg en exploi
tatie van rioleringen en of zuiveringsinstallaties, de hef
fing van rioolrechten tot gemiddeld f.25,per aansluitbaar
perceel;
c. in gemeenten met een goed geoutilleerde vuilophaaldienst, de
heffing van reinigingsrechten met een opbrengst van f.2,per
inwoner, die van de dienst gebruik maakt.
Zoals u bekend is, worden voor de heffing van straatbelasting
de gebouwde eigendommen belast met 6$ van de belastbare opbrengst
en de ongebouwde eigendommen met 3$. Bij dit tarief wordt een
totale opbrengst verkregen van f.28000,Heffing naar de door de
minister aangehouden percentages van respectievelijk 10 en 5 zal
een opbrengst van 1^ x f.28000,f.46700,ron<£ ten gevolge
hebben.
In de rioolbelasting - geheven op grond van artikel 280 der
gemeentewet en niet bij wijze van retributie - zijn momenteel rond
1450 percelen aangeslagen naar f.10,zodat de opbrengst gesteld
kan worden op f.14500?Aangezien ter zake van riolering op de
begroting een last drukt van in totaal f.18413en daarvan maxi
maal 85$ door belastingheffing gedekt mag worden, zou ten hoogste
een opbrengst van rond f.15650,kunnen worden verkregen. Heffing
naar f.25,per aansluitbaar perceel, zoals de minister stelt, is
in deze gemeente met het oog op de relatief geringe lasten en het
feit, dat met retributies slechts een matige winst mag worden ge
maakt, niet mogelijk.
Wegens opbrengst van reinigingsrechten is in de begroting een
bedrag van f.31000,geraamd. Hiervan heeft een bedrag van rond
f.1750,betrekking op het ledigen van beerputten en van f.6600,
op het ledigen van privaattonnen. Voor het ophalen van as en huis
vuil resteert derhalve een bedrag van f.22650,Daar rond 6100
inwoners van de dienst gebruik maken kan de heffing gesteld worden
op f.22650,6100 rond f.3,70 per inwoner, waarmede dus ruim
schoots aan de eis van de minister, waarbij een opbrengst van
6100 x f.2,f.12200,kan worden verkregen, wordt voldaan.
- Ter zake -