9. Voorstel tot oprichting van een stichting ten hehoeve van het recreatieoord te Grouw. No. 626. Aan de gemeenteraad. Grouw, 16 maart 1961. Nu verwacht mag worden, dat gedeputeerde staten binnen- afzienbare tijd eon beslissing zullen nemen omtrent het uit breidingsplan in onderdelen voor het recreatieoord nabij Grouw en reeds een aanvang is gemaakt met de aankoop van gron den en gebouwen in het plan is het gewenst, dat door u een uitspraak wordt gedaan omtrent de vorm, waarin het recreatie oord het beste kan worden geëxploiteerd. Gelijk u bekend is, zijn in het plan een honderdtal zo merhuisjes en bungalows, kampeen- en caravanterreinen, een parkeerterrein, verzorgingsgebouwen, een zwembad en steigerf- •éjes geprojecteerd. De voor de gemeente meest eenvoudige oplossing zou zijn, de gronden na aankoop over te dragen aan een naamloze vennoot schap of een andere op winst gerichte particuliere organisa tie, die zich met de algehele uitvoering en exploitatie van het plan belastre. Wij achten deze oplossing echter niet aanvaardbaar, om dat aan de totstandkoming van het recreatieoord de gedachte ten grondslag ligt, het toerisme en met name het sociaal toe risme in de gelegenheid te stellen, tegen zo billijk mogelijke prijzen alhier verblijf te houden. In deze gedachtengang zal uiteraard het winstmotief zoveel mogelijk moeten worden uitge schakeld Rechtstreekse exploitatie door de gemeente levert even eens bezwaren op. Regelmatig zullen huurovereenkomsten moeten worden gesloten met de gebruikers der zomerhuisjes en bunga lows, regelingen met caravan- en tenthouders moeten worden ge troffen, inkopen moeten worden gedaan ten behoeve van de be voorrading van cantine's e.d. De financiële consequenties zouden uiteraard in de gemeentebegroting moeten worden verwerkt, het geen zou leiden tot een grote onoverzichtelijkheid en het schuil gaan van de uitkomsten der exploitatie. Aan deze bezwaren zou tegemoet kunnen worden gekomen door het instellen van een bedrijf in de zin van artikel 252 der gemeentewet, doch ook deze oplossing achten wij wegens het ge vaar van verambtelijking niet aanbevelenswaardig. Gelet op de ideële doelstelling van het recreatieoord komt ons de stichtingsvorm als de meest geschikte voor. De stichting toch opent de mogelijkheid, om ook buiten het gemeen tebestuur staande personen aan te trekken, wier belangstelling en deskundigheid een waarborg kunnen inhouden voor een zo ef ficiënt mogelijk beheer en voor een verantwoorde belangenbehar tiging. Het altijd bij een stichting naar voren tredende bezwaar van een te grote zelfstandigheid kan worden ondervangen door in de vast te stellen statuten de nodige waarborgen op te nemen van gemeentelijke invloed. - Onder dit -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1961 | | pagina 37