GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
10. Herziening van de jaarweddenregeling voor de secretaris en ontvanger.
Ho. 110. Aan de gemeenteraad.
Grouw, 23 januari 1962
Blijkens een voor u ter inzage liggend schrijven met bijlagen over
wegen gedeputeerde staten een wijziging van de salarisregeling voor de
secretarissen en ontvangers en wel per 1 januari 1959» 1 april 196O en
1 januari 1962.
Eerstbedoelde wijziging heeft betrekking op het incorporeren van de
6';6 loonsverhoging, welke indertijd aan het personeel over de gehele linie
is toegekend.
De tweede herziening per 1 april i960 beoogt in het salaris te incor
poreren de algemene loonsverhoging van 5/6 en de huurcompensatie 1957» als
mede de zgn. franjeverdeTLing.
Het gaat hier derhalve om technische herzieningen, welke erop gericht
zijn, de salarissen van bovenbedoelde functionarissen aan te passen bij de
indertijd doorgevoerde algemene salarismaatregelen voor het overheidsper
soneel.
De wijziging per 1 januari 19^2 heeft ten doel, om voor het genot van
ambtswoning een korting op de wedde toe te passen van 12/a.
Omtrent bovengenoemde ontwerp-wijzigingsbesluiten vragen gedeputeer-de
staten ingevolge de artikelen 111 en 114 van de gemeentewet het oordeel
van de gemeenteraden.
Haar aanleiding van een en ander mogen wij opmerken, dat de Hederland
se Bond van Gemeente-ambtenaren -zie overgelegde bijlage- de onderhavige
voorstellen alleen kan aanvaarden als salaristechnische maatregel, doch
niet als een principiële salarisverbetering. De bezwaren van de centrales
van overheidspersoneel spruiten voort uit het feit, dat sedert de totstand
koming van de rapporten der commissie Ubink, de op 1 januari 1948 ontstane
en door de regering aanvaarde salarisverhoudingen tussen de verschillende
functionarissen (burgemeester-secretaris, secretaris-ontvanger, secretaris
1e ambtenaar ter secretarie en secretaris-hoofd van gemeentewerken) in
ernstige mate zijn verstoord.
Handhaving der oorspronkelijk aangehouden verhouding zou betekenen,
dat het salaris van de secretaris op 92/6 van de burgemeesterswedde en het
salaris van de ontvanger op 60/j van de secretariswedde zou moeten worden
bepaald.
Gedeputeerde staten stellen thans voor de secretariswedde per 1 janu
ari 1959 en Per 1 april i960 op zodanige bedragen vast te stellen, dat de
secretaris rond f. 72,- per maand minder toucheert dan bij handhaving van
de indertijd aanvaarde verhoudingen het geval zou zijn geweest.
De ontvangerswedde wordt blijkens de voorstellen per 1 januari 1959
en per 1 april i960, respectievelijk op f. 57>- en f, 51»- per maand la-,
ger vastgesteld dan volgens de oorspronkelijke norm zou zijn bereikt.
De hierboven vermelde verschillen zijn o.i. te groot om de voorstel
len anders dan als salaristechnische maatregel te aanvaarden.
- Hij stellen -