- 11 -
"besproken. Spr. heeft toen opgemerkt, dat indien het Grouwster hoofd
niet uit de strop werd gehaald, men geen verantwoordelijkheid voor
Wartena kon aanvaarden.
Bij het punt sportterreinen lopen volgens 3pr. de gedachten parallel.
Eoordahuizum dient eerst te worden geholpen. Spr. hoopt, dat in 1964
ook Warga uit de zorgen zal zijn.
Inderdaad hehhen de werklieden "buitengewone prestaties verricht. Er is
hard en goed gewerkt en het college heeft zich af en toe de vraag ge
steld: "Houden ze dit wel vol". Burgemeester en wethouders sluiten zich
graag bij het dankwoord van de heer Hondema aan.
De heer Hondema is de voorzitter dankbaar voor de gemaakte opmerkingen
en voor de wijze, waarop hij de sprekersheeft beantwoord. Er zijn inder
daad veel zaken, die niet direct uitgevoerd kunnen worden. Spr. heeft
in zijn beschouwing slechts de aandacht willen vestigen op de meest ur-
gente werken.
De heer Postma betreurt de gang van zaken ten aanzien van de recreatie
te Wartena. Wat in een vorige vergadering is toegezegd, blijkt nu weer
van de baan te zijn. Dit is jammer en de teleurstelling in ïïartena zal
zeer groot zijn.
De voorzitter spijt het, dat hij in mineur heeft moeten spreken, momen
teel kan hij echter deze zaak niet anders zien. Het college blijft op
dit punt echter diligent.
Mej. Bosma wil graag een verklaring afleggen naar aanleiding van de
bolodigon&ö wqordin welke over haar overleden vader gesproken zijn
op de federatievergadering van de partij van de Arbeid te barga. Hal
verwege de voorlezing van deze verklaring hamert de voorzitter af, om
dat de inhoud der verklaring te veel in de persoonlijke sfeer is gele
gen, het gemeentebelang niet raakt en dus niet in de raadsvergadering
thuishoort.
De openbare vergadering wordt hierna geschorst.
Ha heropening der openbare vergadering legt de heer Hondema, mede op
aandrang van de heer Van der Hem en wethouder De Jong, een verklaring
af, waarin hij meedeelt, dat hij met de secretaris, door hem in de vo
rige vergadering aangehaald, niet de vader van mej. Bosma heeft bedoeld.
Spreker zegt zich inderdaad wat onfatsoenlijk te hebben uitgedrukt, wat
een gevolg'was ven de houding, die de oppositie in de raad heeft aange
nomen.
De voorzitter sluit de discussie over dit punt en stelt aan de orde:
de artikelsgewijze behandeling der begroting.
De heer Hondema vraagt of de kleding en uitrusting van de
brandweerlieden voor een winter als de huidige voldoende is.
Voorts hebben wij vorige week gezien, hoe nodig het is de
brandkxanen sneeuwvrij te houden.
De voorzitter antwoordt, dat geen verzoeken om verbetering
van kleding en uitrusting zijn binnengekomen.
Het sneeuwvrij houden van de brandkranen moet door de ge
meente geschieden, wat ook regelmatig geschiedt. Enkele
deksels zijn gebleken stuk te zijn. Na de vorstperiode zullen
de gebreken hersteld worden.
De heer Sjoerdsma betoogt, dat de brandalarmering in Grouw
onvoldoende is. Bij de laatste brand heeft het merendeel der
bevolking de sirene niet kunnen horen. 3 st£ifnd£|^ekent
brand binnen d&ega»9£fftn, bij brand buiten Jaftxfcli'lie laat
men de sirene 5X loeien.
- Spreker -
Post 96.
post 102.
post 106.