- 3 -
4* Voorstel tot vaststelling van een nieuwe bezoldigingsverordening voor
het gemeentepersoneel.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
5» Voorstel tot aankoop van een perceeltje grond van A.Okkinga te Roorda-
huizum ten behoeve van de aanleg van een sportterrein.
De heer Van de Lageweg zegt, dat in het voorstel gesproken wordt van
"eigenaar-gebruiker" en van "pachter". Hij vraagt, hoe dit mogelijk is.
Indien de eigenaar tevens gebruiker is, is er toch geen pachter, meent
spreker.
De voorzitter antwoordt, dat in dit geval de eigenaar A.Okkinga, te
vens gebruiker is, maar daarnaast nog een pachter het betreffende per
ceel in gebruik heeft.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
6Benoeming van een bestuurslid der stichting "Friesmahiem" te Grouw (vaca
ture mevrouw G.Kuiper-Koopstraj^ -
De heer Van der Hem is het opgevallen, dat er zoveel familieleden van
wethouder De Jong een gemeentelijke functie bekleden, zoals een zwagers de
heer G.Boorsma, administrateur van het grondbedrijf, diens zoon Joh.Boorsma
w onderwijzer aan de U.L.O.-school, een broer van de wethouder, S.de Jong
onderwijzer aan de O.L.-school, mejA.de Jong, een nichtje, kleuterleid
ster te Grouw. De echtgenote van de wethouder is bestuurslid van het re-
A creatieoord geweest en K.van den Bosch, een aangetrouwde neef, werd reeds
enomen enkele dagen nadat hij als boerenarbeider ontslag had/gekyegen, bij de
dienst gemeentewerken aangesteld. Voorts werd tot opzichter-tekenaar be
noemd een neef van wethouder Wartena. Voor de onderhavige functie wordt
weer een familielid van wethouder De Jong voorgedragen. Spr. noemt dit
familie- en vriendjespolitiek. Het gaat hierbij niet om de capaciteiten
van de betrokken personen.
De voorzitter antwoordt, dat het voor het bestuur van "Friesmahiem"
een enorme opgaaf geweest is, om twee geschikte mensen te vinden, die
bereid waren een benoeming tot bestuurslid te aanvaarden. Mevrouw Tilma
heeft zelfs gezegd, dat zij de voorkeur gaf aan plaatsing op nummer twee
van de aanbeveling, omdat zij met een benoeming niet gediend zou zijn.
Hij waarschuwt tegen de gedachtegang van de heer Van der Hem, alsof hier
"vriendjespolitiek" zou worden bedreven.
Mevrouw Kuiper merkt op, dat zij het vorige jaar reeds wilde aftreden
als bestuurslid, maar bereid was aan te blijven tot dat een ander be
stuurslid benoemd was. Het heeft het bestuur van "Friesmahiem", dat de
aanbeveling heeft voorbereid, heel wat moeite gekost geschikte candidaten
bereid te vinden. Verschillende mensen, die gevraagd zijn,hebben bedankt.
Wethouder De Jong staat volkomen buiten deze zaak.
bethouder De Jong'besiijdt de heer Van der Hem door op te merkén} dat
de benoeming van G.Boorsma in gemeentedienst is geschied toen Spr. nog
geen raadslid was. Hetzelfde geldt voor de benoeming van zijn broer Sij-
bren de Jong, voorheen onderwijzer in Roordahuizum, thans in Grouw. Op
de benoeming van Joh.Boorsma heeft hij geen invloed gehad, omdat hij
zich daarbij van stemming heeft onthouden. MejA.de Jong is in tijde
lijke dienst. Bij een vaste benoeming door de raad kunnen de leden zich
dus alsnog uitspreken. In aanmerking nemende, dat het heel moeilijk is
gemeentewerklieden aan te trekken vindt spreker het wel erg, dat men een
opmerking durft te maken over de benoeming van K.van den Bosch, een aan
getrouwde neef van spreker. Ook de aanmerking op de benoeming van W.War-
tena als opzichter-tekenaar bij de gemeente getuigt van wainig zin voor
- realiteit -