- 3 -
verbetering van de weg een groter publiek belang gebaat, en het gaat om een
kleiner bedrag. Ook mag worden verwacht, dat het verkeer nog intensiever
zal worden. Dit geldt eveneens voor de andere wegen.
De voorzitter is van mening, dat een werkbezoek van Gedeputeerde Staten bij
zonder nuttig zou zijn. Hij meent, dat het advies van de heer Sjoerdsma in
overweging moet worden genomen. De noodzaak van verbetering van de Meersweg
is ten Provinciehuize echter wel bekend. Gedeputeerde Staten hebben reeds
bij de Minister van Binnenlandse Zaken aangedrongen, om de gemeente hiervoor
een extra uitkering uit het gemeentefonds te geven. Het is echter niet be
kend, of dergelijke uitkeringen nog wel worden verstrekt.
Op een of andere manier zal er echter toch verandering moeten komen) zo kan
het niet langer. Ook uit een representatief oogpunt is een goede onderhouds-
toestand van de Meersweg van groot belang. De vreemdelingen, die van deze
weg gebruik maken, zijn namelijk geneigd, gauw te generaliseren. De huidige
toestand is Grouw (beter gezegd: Friesland) onwaardig.
Toch moet de raad niet tê pessimistisch zijn over het besluit van 30 mei
j.l. Immers enkele belangrijke gewenste voorzieningen konden worden behou
den, b.v. strartmaker, tuinman e.d. Ook in de thans aan de orde zijnde wij
ziging zijn deze uitgaafposten gehandhaafd. Helaas is dit niet het geval met
de Agria. Toch betreft het hier wel een noodzakelijke uitgaaf, omdat aan
schaffing van deze machine een aanzienlijke besparing van arbeidskrachten
zou betekenen.
De aardigheid gaat er nu inderdaad wat af, omdat niet alle gewenste voorzie
ningen gerealiseerd kunnen worden. Er is echter een redelijke hoop, dat de
begroting thans "rond" is.
Op een vraag van mej.Bosma, of het voorstel om Gedeputeerde Staten uit te
nodigen, in stemming moet worden gebracht, antwoordt de voorzitter, dat dit
z.i. niet nodig is, omdat de raad algemeen overtuigd is van de wenselijk
heid hiervan.
Wethouder De Jong deelt nog mede, dat ook de bij de eerstewijziging ge
schrapte posten noodzakelijk waren. Gedeputeerde Staten zijn echter bij hun
goedkeuringsbeleid gebonden aan Ministeriele voorschriften. Zij trachten
echter, in het belang van de gemeente, toch tot goedkeuring te komen.
De voorzitter onderstreept wat wethouder De Jong gezegd heeft. Gedeputeerde
Staten hebben opdracht, een gemeentebegroting alleen dhn goed te keuren,
wanneer die begroting sluitend is.
Op een desbetreffende vraag van, de heer. Van de Lageweg deelt de voorzitter
mede, dat de tekorten bij de -Don jha- worden gedekt uit de algemene
reserve.
Wethouder De Jong, inhakende op hetgeen mej. Bosma gezegd heeft, vindt, dat
het met de armoede van de gemeente wel wat meevalt. Wel is de schuldenlast
van de gemeente in de loop der jaren met miljoenen omhoog gegaan, waardoor
de vaste uitgaven hoger zijn geworden, maar daar staat tegenover, dat de
gemeente in de laatste 10 jaar een veel beter aanzien heeft gekregen. Hij
durft derhalve niet van armoede te spreken.
Mej.Bosma geeft wethouder De Jong gedeeltelijk gelijk. Onder de door haar
genoemde armoede verstaat zij de niet-gerealiseerde plannen.
De heer Hondema betoogt, dat het onderhoudswerk in deze gemeente erg hoog
is door de gesteldheid van de bodem. Als wij nu alle onderhoudswerk over
moeten laten gaan omdat de betreffende posten niet worden goedgekeurd, dan
komen wij over enige tijd voor grote lasten te staan.
be voorzitter zegt, dat bij deze werken drie dingen in het oog moeten worden
gehouden) afschrijving, rente en onderhoud. Dit laatste ontbreekt er nog
wel eens aan.
Mevrouw Kuiper vraagt, wanneer de 5 scholen zullen worden opgeknapt.
De voorzitter heeft goede hoop, dat dit karwei nog dit jaar kan worden aan
besteed. Het is echter uiterst moeilijk om hier mensen voor te krijgen.
- b. Puntsgewijze -