- 7 -
Bij de plaats Drachten is aan het Buitenstverlaat een nieuwe jachthaven gemaakt,
■ken verdere uitbreiding van deze haven tot een belangrijk watersportcentrum
lijkt, gezien de gunstige ligging bij Drachten alleszins verantwoord. Verbetering
van de vaarverbinding naar De Leyen is in dit verband een dringende eis.
In het oostelijke plassengebied heeft ook het dorpje Oostermeer een aantrekke
lijke en centrale ligging. Aanleg van een bescheiden havenakkommodatie zou hier
zeer goed mogelijk zijn. Wanneer de vaarmogelijkheden door het Opeinderkanaal
volgens onze suggesties worden verbeterd, zou eventueel bij het dorpje Opeinde
op den duur nog een kleine secundaire watersportkern tot ontwikkeling gebracht
kunnen worden.
Woonschepen.
Wij merkten reeds op, dat met de opkomst van de watersport het gevaar is ontstaan
van een verspreide bebouwing met zomerhuisjes langs de waterkant. Voor de lief
hebbers van een stille natuur is het nu eenmaal bizonder verleidelijk om zich in
deze natuur een eenvoudig verblijf te verschaffen. Dat zij daarmee inbreuk maken
op de ongereptheid en stilte van die natuur beseffen zij aanvankelijk nauwelijks.
Toch moet worden vastgesteld, dat reeds een gering aantal verspreide zomerhuisjes
in staat is de aantrekkelijkheid van een natuurgebied merkbaar aan te tasten. Deze
katastrofale invloed is zo groot, dat er maar één remedie mogelijk is: iedere ver
spreide bebouwing aan de plasranden weren.
Gelukkig is in Friesland aan het euvel van de verspreide zomerhuisbebouwing reeds
spoedig een einde gemaakt. De vraag naar verblijfsakkommodatie in het plassengebied
werd daarmede echter niet weggenomen. Deze vond een uitweg door introduktie van
het woonschip. Vergeleken bij het zomerhuisje glipt het woonschip door zijn
theoretische beweeglijkheid, veel gemakkelijker door de mazen van wetten en ver
ordeningen. Wel zijn er weinig mensen die met hun woonschip van het ene water
sportgebied naar het andere trekken, maar toch blijft er voor de eigenaar het
voordeel dat de wetgeving op het woonschip dikwijls minder vat heeft dan op het
vast aan de grond verbonden zomerhuisje. De bezwaren van het woonschip zijn het
geh®el ontbreken van een eigen erf. Daardoor is het onder meer onmogelijk om het
verblijfje door een beplanting ondergeschikt te maken aan het landschap. Bovendien
ontbreekt iedere gelegenheid om het woonschip aan te sluiten op enige sanitaire
voorziening, die de vervuiling van het water tegen zou kunnen gaan.
erecht is door het provinciale bestuur met spoed een einde gemaakt aan de intro
duktie van woonschepen in het merengebied. Op grond van de verordening "Land-
schapsschoon merengebied" worden geen nieuwe woonschepen meer toegelaten. Voor de
woonschepen die bij de afkondiging van deze verordening aanwezig waren, is een
overgangsregeling getroffen. Het ligt in het voornemen om deze woonschepen te
zijner tijd te koncentreren in één of meer woonschepenhavens. Wij adviseren de
haven voor woonschepen die reeds in het rekreatiecentrum bij Eernewoude ontworpen
is, spoedig aan te leggen. y
De haven bij Eernewoude is berekend op een kapaciteit van cirka 80 woonschepen.
Het totale aantal woonschepen in het merengebied van uw drie gemeenten bedraagt
enmmste het dubbele. Toch zou het ons niet verbazen wanneer de kapaciteit van
w:r,r ?n v°ldoende zou ziJn om alle woonschepen uit dit gebied te koncentreren.
er,daarblJ vf? dat het verblijf in een haven voor de woonbooteigenaren
i +P aantrekkelijk zal zijn, dan een ligplaats ergens buiten aan de
plassen. Wiet alleen zal de situatie meestal minder riant zijn, maar bovendien
kan m de woonschepenhaven geen gebruik worden gemaakt van de eigen toiletvoor-
zieningen aan boord van het schip. Wij nemen daarom aan, dat het merendeel van de
woonsohipgebruikers er de voorkeur aan aal geven elders een ligplaats te soISn of
hun woonschip Tan de hand te doen en te vervangen door een zomerhuisje te land, al
thans wanneer de mcBeliokheid daarvoor in het plassengebied weer zou worden
geopend.
- Dit laatste -