8a.
De raad der gemeente Idaarderadeel;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 9 september
j.l.no. 2131;
Gelet op het advies van de bij het centraal overleg betrokken per
soneelsorganisaties;
besluit;
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van het
Algemeen Ambtenarenreglement.
Artikel 1
Lid 1 van artikel 38 wordt na de ongewijzigde aanhef gelezen als
volgt;
"a. gedurende 18 maanden de volle bezoldiging en daarna 3 jaren 80$ der
bezoldiging voor zover het betreft een ambtenaar in vaste dienst met
een werkelijke diensttijd van meer dan 10 jaren;
b. gedurende 12 maanden de volle bezoldiging en daarna 2 jaren 80$ der
bezoldiging voor zover het betreft een ambtenaar in vaste dienst met
een werkelijke diensttijd van 10 jaren of korter, dan wel een ambte
naar in tijdelijke dienst.
Onder werkelijke diensttijd wordt verstaan de in overheidsdienst doorge
brachte tijd, welke aan de verhindering voorafgaat."
Artikel 2.
Lid 2 van artikel 38 wordt gelezen als volgt;
"2. Na het verstrijken van de termijn, waarover voor het laatst 80^ der
bezoldiging wordt genoten, kan de uitbetaling daarvan worden voortge
zet, indien blijkens ingewonnen advies genoegzaam uitzicht op herstel
bestaat.
Artikel 3»
In artikel 38 worden nieuwe leden 3 en 4 ingevoegd, luidende als
volgt;
"3. Ingeval voor de ambtenaar, die een hoofdbetrekking in dienst der ge
meente bekleedt, 80$ van diens bezoldiging minder bedraagt dan het in
artikel 5? onder a, jo. de artikelen 6 resp. 7 van de Interimwet in-
validiteitsrentetrekkers (stb. 1962, nr. 534) bedoelde bedrag, wordt
de uitkering tot dat bedrag verhoogd.
4. De ambtenaar in tijdelijke dienst heeft gedurende de periode waar
over hij aanspraak heeft op een rente krachtens de Invaliditeitswet
en/of op een bijslag krachtens de Interimwet invaliditeitsrentetrek-
kers slechts aanspraak op doorbetaling van bezoldiging krachtens dit
artikel voor zover het totaal van de genoemde wettelijke uitkeringen
beneden het bedrag van de bezoldiging blijft, welke de ambtenaar,
gedurende de periode waarin hij verhinderd is dienst te verrichten
ontvangen zou hebben, indien hij geen recht op rente en/of bijslag
had gehad
Artikel 4«
In lid 6 (oud 4) van artikel 38 vervalt in de laatste alinea de
zinsnede "juncto de Algemene toeslagwet voor gepensioneerden 1956 (Stb.
nr. 617) en wordt de zinsnede "van eerstgenoemde wet" gewijzigd in
"van deze wet".
- artikel 5«