voor diegene, die de "belastingverhoging niet kan "betalen. Het betreft hier echter betrekkelijk kleine aantallen. Voor de percelen in de laagste huurwaarde-klasse bedraagt de belasting straks niet meer dan f 0,28 per week. De belastingverhoging moet naar zijn mening niet teveel procentsgewijze worden gezien. Als gelet wordt op het bedrag, waarmee de belasting stijgt, blijkt, dat dit reeds zeer progressief is. Ook mevrouw Kuiper meent, dat men niet te bang moet zijn. Ook in een aantal woningen van de woningbouwvereniging "Oosterveld" werden closets aangebracht, waarvoor de bewoners nu een kleine huurverhoging moeten betalen. Aangenomen moot worden, dat deze mensen niet graag naar de oude toestand terug zouden willen. De heer Honderna maakt er bezwaar tegen, dat ook de krotwoningen onder de be lastingverhoging vallen. Hij zou het wenselijk vinden, dat naar de toestand van deze woningen een onderzoek wordt ingesteld om ze eventueel te kunnen afkeuren. Hij stelt voor, de tarieven met ingang van 1 januari 1965 vast te stellen als volgt: voor percelen met een huurwaarde van minder dan f 100,- op f 8,405 van f 100,- tot f 200,- op f 1320 van f 200,- tot f 400,- op f 24,5 van f 400,- en hoger op f 34,80 en met ingang van 1 januari 1966 vast te stellen op respectievelijk f 15,-5 f 26,-5 f 48,- en f 60,-. Tevens wil hij de eigenaren inschakelen, om eventueel drang te kunnen uitoefenen. De voorzitter merkt op, dat met de gemeentelijke retributies slechts een matige winst mag worden gemaakt. Hieraan zijn wij gebonden. Hij gelooft dan ook niet, dat dit voorstel de vereiste goedkeuring zal kunnen verkrijgen. Op een vraag van de heer Van der Meer, of de kostprijs per ton niet hoger zal worden naarmate het aantal tonnen kleiner wordt, antwoordt hij, dat dit niet het geval zal zijn. De arbeidsuren vormen namelijk de grootste post. Wethouder de Jong merkt naar aanleiding hiervan nog op, dat deze mensen dan ergens anders geplaatst kunnen worden. De heer Hondema wenst in zijn voorstel de ingangsdatum 1 januari 1966 te veran deren in 1 januari 1967Hij meent, dat dan deze zaak beter kan worden overzien. De voorzitter meent, dat we dit in drie maanden wel kunnen doen. Wethouderd de Jong is van mening, dat niet alleen de huurwaardeklassen a en b in de beschouwingen moeten worden betrokken. Buiten de 116 tonnen in het dorp Roordahuizum zijn er in deze gemeente nog 449 privaattonnen. Van de 72 woningen in de laagste klassen worden er $0 door de eigenaar bewoond. Als deze een closet laat plaatsen heeft hij direct zelf de baten. Hij vindt dat het feit, dat 22 wo ningen niet door de eigenaar worden bewoond, geen reden mag zijn om dit voorstel te verwerpen. Ook de volksgezondheid speelt hier een rol. Een "bedrag van f 0,40 per week is voor iedereen betaalbaar; óók voor degenen die alleen maar een A.O.W.— uitkering genieten. Hij dringt er met klem op aan, de ter tafel liggende voor stellen ongewijzigd aan te nemen. f Mevrouw Spijkstra wil de door de groepen in de laagste klassen te betalen be lasting iets verlagen. Zij stelt voor, de in het raadsvoorstel genoemde bedragen vast te stellen als volgt: met ingang van 1 januari 1965 op respectievelijk f 10,-; f 16,-; f 27,50 en f 33,50 en met ingang van 1 januari 1966 op f 15,"5 f 24,-; f 40,- en f 52,— Door de heer Hondema wordt nog gewezen op het feit, dat door de bewoners van de slechtste percelen bijna 300$ meer belasting betaald moet worden. Hij vraagt zich af, of het niet beter is, de bewoners van de betere huizen extra te belasten. De heer De Boer is van mening, dat in de verordening een bepaling moet worden opgenomen, welke de mogelijkheid opent, dat de eigenaren worden belast. De voorzitter vreest, dat de vereiste goedkeuring niet zal worden verleend wanneer de retributie te hoog wordt. Met de voorgestelde bedragen van f 52,- en f 60,- is dit zeker het geval. In dit verband vraagt hij de heer Hondema, of die bereid is, het door hem ingediende voorstel terug te nemen. De heer Hondema is hiertoe bereid, wanneer mevrouw Spijkstra haar voorstel handhaaft. Desgevraagd antwoordt mevrouw Spijkstra, haar voorstel te willen handhaven. - Dit voorstel - De heer Bouma spreekt de hoop uit, dat er te Roordahuizum spoedig een nieuwe riolering wordt aangelegd. Ook hij vindt de belasting voor oude percelen bezwaar lijk, omdat daarin toch geen closet wordt geplaatst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1964 | | pagina 13