- 6 -
Op de vraag van de heer Hondemahoe de voorzitter tot het bedrag van
f 26.300,komt, geeft deze de volgende becijfering* f 9-500,gemeentesubsidie
plus f 5«000jsaldo sportvereniging plus f 11.800,(in de vorm van arbeid).
De heer Van der Meer merkt op, dat op het bedrag van f 11.800,in de vorm
van arbeid alleen kan worden gerekend, indien het gebouw er komt, zoals het ge
projecteerd is. Spreker gelooft niet dat, wanneer een ander plan zal worden uit
gevoerd, de bevolking van Eoordahuizum er haar medewerking aan zal verlenen.
De voorzitter zou dit niet verstandig vinden van de bevolking van Roordahui-
zum. Als raadslid, dat mede verantwoordelijk is voor het beleid en het wel en wee
van de gemeente, zou de heer Van der Meer een dergelijke defaitistische houding
ten sterkste moeten afkeuren.
De heer Van der Hem vraagt, of het subsidiebedrag ad f een bedrag
ineens is dan wel over 20 jaar.
De voorzitter antwoordt, dat dit een bedrag ineens is,dat uit de saldireserve
moet worden betaald. Die saldireserve hebben wij nodig om onze gemeente, die
financieel gezien een zinkend schip is, drijvend te houden en onder deze omstan
digheden zou het volstrekt onverantwoord zijn om zulke hoge bedragen te gaan in
vesteren in de akkomodatie van sportvelden. Als wij dit deden, zouden wij als
gemeentebestuur ons gezicht verliezen tegenover de hogere instanties, die toe
zicht moeten houden op ons financieel beleid.
Wethouder De Jong zegt, dat hij aan de voortreffelijke verdediging van het
voorstel van het college door de voorzitter geen woord heeft toe te voegen. De
wethouders staan hier volkomen achter. Toch heeft hij behoefte te herinneren aan
de onlangs gehouden vergaderingen, waarin wij de begroting voor 1964 sluitend
moesten maken. Naast een beroep op de saldireserve tot een bedrag van f 34*000,
moesten wij een verhoging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aanvra
gen voor een bedrag van f 40.000,En ook dan nog zouden wij het voorzieningen-
peil niet kunnen handhaven. Wij hebben dezer dagen kunnen lezen, dat de regering
niet bereid is de bijdragen aan de gemeenten op te voeren. Wij moeten dus wel
onze gemeentelijke belastingen verhogen, om zo lang mogelijk het schip boven wa
ter te houden. Wij kunnen dat alleen, wanneer wij met een verstandig beleid over
de nog aanwezige saldireserve beschikken. Grouw en Warga hebben hun dorpshuizen,
die inderdaad door de gemeente worden gesubsidieerd. Maar dit subsidie betekent
een druppel op een gloeiende plaat in vergelijking tot de exploitatieuitkomsten
van deze instellingen. Als raadslid moet men bereid zijn, zijn verantwoordelijk
heid ten aanzien van het financieel beleid van de gemeente te aanvaarden.
De heer Hondema heeft kritiek op het regeringsbeleid, dat de gemeenten nood
zaakt om de gemeentelijke belastingen op te voeren. Spreker bedankt er voor om
steeds maar weer het beleid op te volgen van deze regering, die de gemeenten als
bezem wil gebruiken.
De heer Postma verwijst naar de inhoud van het laatste schrijven van de sport—
commissie aan de raad en burgemeester en wethouders.
De voorzitter antwoordt, dat de heer Postma doelt op een brief, die waar
schijnlijk individueel aan de raadsleden is gezonden. Deze brief kan niet in be
handeling worden genomen, omdat hij niet tot de colleges van de raad of burge
meester en wethouders is gericht en ook niet als zodanig aan de burgemeester is
gezonden. Spreker vindt het een kwalijke politiek, wanneer men zich buiten de
colleges om individueel tot de raadsleden gaat wenden.
Hierna wordt het voorstel-Hondema, ondersteund door de heer Van der Meer, aan
genomen met 8 tegen 4 stemmen. Tegen stemmen de heren S.de Jong, E.Wartena, E.
Elsenga en S.de Boer.
6. Benoeming van een onderwijzeres aan de Hjerre Gjerritsskoalle te Grouw.
MejN.G.de Vries te Prieschepalen wordt met 11 stemmen benoemd; 1 stem is
ongeldig.
7Benoeming van een hoofd van de J.H.Nieuwoldschool te Warga.
De heer S.van der Vlugt, onderwijzer aan genoemde school, wordt met algemene
stemmen benoemd.
- Naar -