- 4 -
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
besloten.
13. Voorstel tot het verstrekken van een bijdrage uit de gemeentekas ten behoeve
van de 5 mei-viering 1965.
De heer Hond erna vraagt zich af, of het wel verantwoord is f 2500,- uit de
saldi-reserve te putten en daarvan feest te vieren. De armlastigheid van de
gemeente komt dagelijks op ons af; de schoolgebouwen moeten opgeknapt worden,
straten en wegen zijn in slechte staat en zo kunnen wij doorgaan. Spreker is
niet bepaald op het voorstel tegen, maar het is voor hem wel een principiële
vraag.
De heer Van de Lageweg denkt er heel anders over."De bevrijdingsdag moe
ten wij in ere houden na alles wat wij tijdens de bezetting hebben meege
maakt", zegt spreker. Hij vindt het juist, dat het bedrag over de gehele
gemeente verdeeld wordt.
De voorzitter zegt, dat naar de mening van burgemeester en wethouders het
bedrag zeker verantwoord is. Deze uitgaaf, dit bedrag, moet niet gezien wor
den in een sfeer vam zouden wij hiervan nu wel feest kunnen vieren. Het gaat
hier om de herdenking van onze bevrijding en de bezinning over hetgeen ge
durende vijf jaren over ons volk heeft gewoed. Van belang is vooral ook, dat
de jongeren zo nauw mogelijk worden betrokken bij wat alleen de ouderen heb
ben beleefd en de offers, welke voor de vrijheid zijn gebracht.
De heer Honderna zegt, dat hij wel wil feestvieren, doch alleen wanneer
het initiatief daarvoor uit de bevolking zelf voorikomt en de burgerij ook de
gelden daarvoor weet op te brengen. De heer Van de Lageweg wil dit feest uit
de gemeentekas bekostigen. In dat geval zou spreker liever lektuur over de
bezetting willen verspreiden onder de jongeren, die de bezettingstijd niet
hebben meegemaakt.
De voorzitter vindt het zinvol eenmaal in de vijf jaren bevrijdingsfeest
te vieren. Hij verwacht, dat op de burgerij ook v/el een beroep zal v/orden ge
daan, maar wil dit gaarne overlaten aan de organiserende comité's in de
dorpen. Y/ij moeten dus kiezen tussen lektuur verschaffen en het voorgestelde
plan.
De heer Van der Hem vindt, dat de viering van het bevrijdingsfeest gesti
muleerd moet worden. Over vijf en twintig jaar zal men zich wellicht niet
meer kunnen realiseren, waarom het geschiedt. Hij is verheugd, dat deze zaak
door de gemeente v/ordt gesteund, anders komt er misschien niets van terecht.
De heer Hondema suggereert nog het beschikbaar te stellen bedrag op
f 5000,- te bepalen, v/aardoor het tevens mogelijk zal zijn lektuur te ver
spreiden onder de hoogste klassen van de school.
De voorzi tter antv/oordt, dat de verantv/oordeli jkheid van burgemeester en
v/ethouders, budgettair gezien, niet verder gaat dan het gevoteerde bedrag van
f 25OO,—
De heer De Boer merkt op, dat de over de bezetting verschenen lektuur
overstelpend is. De jeugd heeft hiervan voldoende kennis kunnen nemen. Dr.
L.de Jong houdt regelmatig televisie-voordrachten over deze zaak. Maar
spreker heeft de indruk, dat de jeugd maar matig belangstelling daarvoor
toont.
Hierna v/ordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
14« Voorstel tot het garanderen van een geldlening.
Op een vraag van de heer Hondema antwoordt de voorzitter, dat de stichting
Recreatieoord een geldlening moet sluiten ter financiering van de kosten van
uitbreiding van de jachthaven en de steigerruimte, de verbetering van het
dak van de directeurswoning, de aanschaffing van roeiboten en de beplanting.
De heer Van de Lageweg vraagt of Staatsbosbeheer de beplanting niet voor
zijn rekening neemt.
De voorzi tter antwoordt, dat het Staatsbosbeheer de gehele beplanting niet
bekostigt, maar wel een subsidie daarin verleent. Het duurt evenwel erg lang,
alvorens omtrent een subsidieaanvraag is beslist. Het stichtingsbestuur kan
- daarop -