lid en in de artikelen 8 en 10, het salaris of het loon vastgesteld?
a. indien hij een salaris geniet? op het minimumbedrag van de op zijn amht
betrekking hebben salarisschaal;
b. indien hij een loon geniet: op het met zijn leeftijd corresponderende
bedrag van de voor hem geldende groep.
2. De minimum salarissen, voorkomende in bijlage A I, worden verminderd met
een bedrag, gelijk aan één periodieke verhoging van de desbetreffende sa
larisschaal voor elk jaar of gedeelte van een jaar, dat de leeftijd van
een ambtenaar minder dan 21 jaren bedraagt. Deze vermindering blijft be
perkt tot het bedrag van één periodieke verhoging voor hen, die naar het
oordeel van burgemeester en wethouders niet kunnen inwonen bij het gezin,
waartoe zij behoren.
Artikel 4»
1Het bij de aanstelling van een ambtenaar toegekend loon wordt bij voldoen
de bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver, en ook gedurende de tijd van
het verlof, bedoeld in artikel 7> binnen de grenzen van de groep waartoe
hij behoort, verhoogd naar gelang zijn leeftijd toeneemt, onverminderd het
geen dienaangaande in de overige artikelen is bepaald.
2. Het salaris van de ambtenaar die de 21-jarige leeftijd bereikt en een ambt
bekleed, voorkomende op de bijlagen A I of A III dezer verordening, wordt
vastgesteld op het minimumbedrag van de op zijn ambt betrekking hebbende
salarisschaal
3. Het salaris van een ambtenaar, die daarvoor in aanmerking komt, wordt ver
hoogd op de wijze, als in de desbetreffende schaal is aangegeven, naar ge
lang de ingevolge de artikelen 5> 7» 9 en/of 10 van deze verordening
verworven dan wel toegekende salarisanciënniteit, of overeenkomstig het
bepaalde in artikel 3, lid 2.
Artikel 3»
Bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver verwerft de ambte
naar, die een ambt bekleedt of gaat bekleden, voorkomende op bijlage A I of
A III dezer verordening, bij het bereiken van de 21-jarige leeftijd, op dat
tijdstip een salarisanciënniteit, gelijk aan het naar boven tot een volle
maand afgeronde, vierde deel van de tijd, gedurende welke hij - gerekend van
zijn 18e jaar af - ingevolge deze verordening een salaris of loon genoot.
Artikel 6.
Bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver verwerft de ambte
naar die een salaris geniet, een salarisanciënniteit, gelijk aan de tijd, ge
durende welke hij als zodanig in het door hem beklede ambt is gesalariëerd,
onverminderd de gevolgen van toepassing van hetgeen overigens met betrekking
tot de salarisanciënniteit in deze verordening is bepaald.
Artikel 7
De tijd, gedurende welke de ambtenaar krachtens wettelijk voorschrift ver
lof geniet ter vervulling van militaire of daarvoor in de plaats tredende
dienst, wordt in aanmerking genomen voor de vaststelling van de salarisanci
ënniteit, onverminderd hetgeen overigens dienaangaande in deze verordening
is bepaald.
Artikel 8.
Een verhoging van het salaris of het loon gaat in met de eerste dag van
de maand of de loonweek, waarin overeenkomstig de overige bepalingen dezer
verordening de aanspraak zal ontstaan.
- Artikel 9-