De raad der gemeente Idaarderadeelapril
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 20:gg®Pfc j.l„,
no. 4381;
Gelet op artikel 43, juncto 37 en 38 der Woningwet en artikel 168 der
Gemeentewet;
besluit;
vast te stellen de volgende verordening;
Verordening regelende de aard van de bebouwing en het gebruik van
gronden, gelegen in de bebouwde kom van Grouw.
Gebiedsomschrijving.
Artikel 1
Deze verordening geldt voor het gedeelte van het dorp Grouw, zoals dat
nader op de bij deze verordening behorende en gewaarmerkte kaart is aange
geven.
Onb eb ouwd e gro nd en
Artikel 2.
Onbebouwde gronden, welke op het tijdstip van het inwerking treden van
deze verordening bestaan of door sloping of anderzins ontstaan, mogen niet
worden gebruikt voor bebouwing - uitbreiding van bestaande bebouwing daar
onder begrepen - met hetzij woonhuizen, hetzij garages, winkels, fabrieken,
werkplaatsen, pakhuizen, opslagplaatsen, veestallen, magazijnen of dergelijke
b edri j f s gebouwen
Artikel 3*
1. Onbebouwde gronden, welke op het tijdstip van het in werking treden van
deze verordening niet voor opslag, zoals nader wordt omschreven in lid 2 van
dit artikel, worden gebruikt, mogen niet als zodanig worden gebruikt.
2. Onder opslag, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt verstaan het
hebben van onbruikbare of aan hun bestemming onttrokken vaartuigen, zodanige
motor- of andere rij- of voertuigen, of onderdelen daarvan, oude metalen,
glas, afbraak, vuilnis, afvalstoffen, lompen of andere oude materialen.
Gebouwen.
Artikel 4»
Gebouwen, welke op het tijdstip van het inwerking treden van deze veroav
dening naar hun aard niet zijn, dan wel niet in gebruik zijn als een garage,
winkel, fabriek, werkplaats, pakhuis, opslagplaats, veestal, magazijn of
dergelijke gebouw, mogen niet daartoe worden veranderd, noch al dan niet
nh het uitvoeren van werkzaamheden van bouwtechnische aard voor een derge
lijk doel in gebruik worden genomen.
Artikel 5.
Woonhuizen of garages, winkels, fabrieken, werkplaatsen, pakhuizen, op
slagplaatsen, veestallen, magazijnen of dergelijke gebouwen welke op het
tijdstip van het inwerking treden van deze verordening bestaan, dan wel als
zodanig in gebruik zijn, mogen voor het doel, waarvoor zij op dit tijdstip
werden gebruikt, in gebruik blijven, mits deze gebouwen niet geheel worden
vernieuwd of veranderd, dan wel belangrijk worden uitgebreid.
In geen geval mogen deze gebouwen hoger worden dan zij op het eerder
genoemde tijdstip waren.
- Ontheffing; -