- 5 - in het vooruitzicht heeft gesteld. De regeringsverklaring levert onze gemeente rond f 30.000,- op. Het betekent een aanzienlijke verbetering van de financiële positie der gemeenten. Kennelijk is deze regering wel overtuigd geweest van de moeilijkheden der gemeenten. De uitkering is zelfs nog 29 miljoen hoger geworden dan de oorspronkelijke raming. Om enig inzicht te hebben, wat het resultaat hiervan voor onze gemeente zal zijn, hebben wij deze uitkering spoedshalve in een begrotingswijziging op genomen. Er moest hard worden gewerkt om het nog voor deze vergadering klaar te krijgen. De heer Van de Lageweg vraagt, hoe de uitkering voor deze gemeente be rekend wordt. De voorzitter antwoordt, dat aan deze berekening een nogal ingewikkelde formule ten grondslag ligt. Daarbij gelden de volgende grondslagen: de op pervlakte van de gemeente, het inwonertal, vijfmaal de zuivere opbrengst van de hoofdsom der grondbelasting op gebouwde eigendommen, en kosten van sociale zorg. Mevrouw Spijkstra vraagt, of deze extra-uitkering het mogelijk maakt de wegbelasting weer te verlagen. De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders nog nader moe ten bezien, op welke wijze deze uitkering het best kan worden besteed. De desbetreffende voorstellen zullen te zijner tijd aan de raad worden aange boden. De heer Elsenga vestigt de aandacht op de begraafplaats in Wartena, die nodig eens opgeknapt moet worden. Er liggen nog bulten hooi, die nog wegge haald moeten worden. Spreker vindt de bermen aardig opgeknapt. De voorzitter zegt, dat er wel gemaaid is; de rest van het werk zal wel volgen. Hij zal dit met de dienst van gemeentewerken opnemen. Mevrouw Spijkstra brengt alweer de beplanting bij de oude school in Roordahuizum ter sprake. De plantsoendienst is nog steeds niet geweest voor het snoeiwerk. Besnoeiing is wel nodig, omdat de beplanting gevaar oplevert voor het verkeer. De voorzitter merkt op, dat hij nog zeer onlangs enige malen in Roorda huizum geweest is. Het is hem toen niet opgevallen, dat het uitzicht ter plaatse zodanig belemmerd wordt, dat de beplanting gevaar oplevert voor het verkeer. De plantsoendienst heeft het erg druk en kan niet op alle plaatsen tegelijk zijn. Binnenkort zal deze dienst ook Roordahuizum nog wel een beurt geven. De heer Elsenga vestigt er de aandacht op, dat hier en daar in de lande rijen distels worden aangetroffen. Verwijdering daarvan is wel noodzakelijk. Hij vraagt, of de grondeigenaren ook krachtens verordening aangeschreven kunnen worden de distels te verwijderen. De voorzitter antwoordt, dat er inderdaad een provinciale verordening ter bestrijding van distels is. Wanneer ons de plaatsen, waar distels voorkomen, worden opgegeven, kunnen wij de grondeigenaren aanschrijven de distels te vernietigen. Hierna sluiting. Ongewijzigd vastgesteld in de vergadering van 8 september 1965. voorzitter

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1965 | | pagina 11