Wo. 5. De raad der gemeente Idaarderadeel; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 6 oktober j.l., no. 61435 besluit: vast te stellen de volgende Verordening op de heffing van steigergeld in de gemeente Idaarderadeel. Artikel 1 In deze gemeente wordt onder de benaming van steigergeld een belasting geheven overeenkomstig de volgende bepalingen. De belasting is verschuldigd voor het innemen van ligplaats met een vaartuig aan een openbare steiger, welke door de gemeente wordt onder houden. Artikel 2. De belasting bedraagt voor elke ingenomen ligplaats aan een steiger, als in artikel 1tweede lid, bedoeld, per overnachting: a. van een vaartuig met een lengte van ten hoogste 7 meter: f 0,50; b. van een vaartuig met een lengte van meer dan 7 meter, doch ten hoogste 12 meter: f 0,755 c. van een vaartuig met een lengte van meer dan 12 meter: f 1, Artikel 3» De belasting is verschuldigd door de bestuurder van het vaartuig. Artikel 4» De inning van het steigergeld geschiedt door een daartoe door burge meester en wethouders aan te wijzen ambtenaar, die voor elke aan hem ge dane betaling een bewijs van ontvangst afgeeft uit een daartoe door "burgemeester en wethouders verstrekt register. ^r. Artikel 5» De voldoening van het steigergeld moet geschieden, voordat de ligplaats wordt verlaten. Artikel 6. De met de inning belaste ambtenaar stort de door hem ontvangen gelden eens per veertien dagen bij de gemeente-ontvanger tegen ontvang-bewijs Artikel 7 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1966. Op dat tijdstip vervalt de verordening op de heffing van steigergeld, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 november 1960, no. 24 en goedgekeurd bij koninklijk besluit van 10 februari 1961, no. 10. Grouw, 13 oktober 1965 De raad voornoemd, voorzitter. secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1965 | | pagina 23