- 2 - standpunt, dat de brug er is ten gerieve van de scheepvaart en ten behoeve van de schepen wordt geopend, dan zal de schipper daarvoor moeten betalen. Ziet men de waterweg als een gewone landweg, dan zal daarin tolheffing en bruggeld niet passen. Naar mijn gevoel moet men uitgaan van het eerste, tenzij men uit finan ciële overwegingen genoodzaakt is tot het tweede over te gaan, zegt spreker. Het netto kort op 7 bruggen en 2 pontveren is f 58*000,De schepen, waarvoor de bruggen gedraaid moeten worden, zijn meest pleziervaartuigen. Wan neer het bruggeld tot f 0,25 wordt opgevoerd, zal dit een meerdere opbrengst geven van 1-g- x f 3000,f 4500,welk bedrag op het grote tekort van gerin ge betekenis is. De heer Van de Lageweg betoogt, dat het voorstel van burgemeester en wethou ders niet gaat over al dan niet bruggeldheffing. Het voorstel gaat uit van brug geldheffing met hetzelfde tarief als tot heden geldt. Naar spreker's mening moe ten de pleziervaartuigen, nu de gemeentelijke uitgaven met sprongen omhoog gaan, meer in de kosten bijdragen. De heer Honderna: "De mensen kunnen het wel betalen", heeft de heer Van de Lageweg gezegd. Maar van die kant moeten wij het niet bezien, zegt spreker. Wij moeten het watertoerisme, waaraan ook de kleine man meedoet, ook eens bekijken van de zijde van de man met de smalle beurs. Wanneer de tekorten op de bruggen— exploitatie gedekt moeten worden en de gemeenten ieder op eigen houtje de tarie ven gaan opvoeren, zal dit tot een chaos leiden. Het wil spreker voorkomen, dat dit een aangelegenheid is, welke in provinciaal verband moet worden bezien. Wethouder de Jong kan deze zaak niet geheel los zien van de principiële vraag. In beginsel is hij tegen heffing van tol- en bruggelden. De schipper betaalt evengoed zijn inkomstenbelasting als de gewone burger, die normaal ook niet voor de wegen behoeft te betalen. Het is dus in beginsel niet juist, dat de schipper moet betalen aan de kosten der waterwegen. Voorts ziet spreker de door de heer- Van de Lageweg gewenste tariefsverhoging als een gelegenheidsvoorstel. Toen des tijds de begroting grote tekorten vertoonde, heeft de heer Van de Lageweg nimmer over een tariefsverhoging als deze gesproken of een voorstel daaromtrent inge diend. Spreker vindt het ongerijmd om nu met dit voorstel te komen, nu de begro tingspositie gunstiger is. De voorzitter formuleert het voorstel-van de Lageweg als volgt: artikel 2 der verordening sub a te wijzigen als volgt: a. 1e. voor ieder vaartuig, behorende tot de beroepsscheepvaart met een laadver mogen van minder dan 30.000 kg. f 0,10 2e. voor ieder vaartuig, bestemd voor de pleziervaart, f 0,25. Aangezien dit voorstel door geen der leden wordt ondersteund, wordt het niet in stemming gebracht. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Van de Lageweg wenst aantekening, dat hij geacht wil worden te hebben tegengestemd. 5Voorstel tot hernieuwde vaststelling van de verordening op de heffing van stei— gergeld. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 6. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 47 der Kleuteronderwijswet over het jaar 1964. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 7Voorstel tot vaststelling van de vergoedingen, bedoeld in artikel 73 en 127 van de KIeuteronderwijswet ten behoeve van de bijzondere scholen over 1964. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 8. Voorstel tot het verlenen van een bijdrage 5. fonds perdu uit de gemeentekas voor het aanbrengen van een afrastering op het sportterrein te Roordahuizuro. - De heer -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1965 | | pagina 7