9. Voorstel tot wijziging van de Arbeids
overeenkomst enverordening.
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GRÜUW
No. 6753.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 1 december 1965»
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van
gemeentelijke personeelsaangelegenheden deelt in een voor u ter inzage
liggende circulaire mede, dat het Centraal Orgaan de gemeentebesturen
adviseert, de artikelen 1639 s en 1639 t van het Burgerlijk Wetboek
van toepassing te verklaren op de verhouding gemeente-arbeidscontrac-
tant. Deze artikelen bieden met betrekking tot de rechtsbescherming
bepaalde voorzieningen ingeval een der partijen de dienstbetrekking
onredelijk doet eindigen.
In nauw verband met deze artikelen staat artikel 1639 u, dat de
verjaringstermijn voor de vorderingsrechten onder meer uit de artike
len 1639 s, eerste lid, en 1639 t, eerste lid, bepaalt op zes maanden.
Ter voorkoming van praktische moeilijkheden verdient het, naar het oor
deel van het Centraal Orgaan, aanbeveling ook het artikel 1639 u van
toepassing te verklaren.
In overeenstemming met het gevoelen van de in het Centraal Over
leg vertegenwoordigde personeelsorganisaties stellen wij u voor, de
aanhef van artikel 35» üh 1 van he Arbeidsovereenkomstenverordening
zodanig te wijzigen, dat dit lid komt te luiden als volgt^
"1Ten aanzien van de beëindiging der dienstbetrekking zijn voorts
van toepassing de artikelen 1639 1? 1639 o, eerste lid, 1639 Pj 1639 q.,
1639 s, 1639 t en 1639 u, van het Burgerlijk Wetboek, met dien vei—
stande, dat ingeval van schadeplichtigheid ingevolge artikel 1639 0,
eerste lid, artikel 1639 r, eerste en tweede lid, van dat wetboek van
overeenkomstige toepassing is".
Mede in verband met het voorgaande dient naar het oordeel van het
Centraal Orgaan aandacht te worden gewijd aan artikel 32 van de Arbeids
overeenkomstenverordening, bepalende, dat geschillen terzake van de uit
voering van een arbeidsovereenkomst niet onderworpen zijn aan het ooi-
deel van de burgerlijke rechter, doch worden beslist door een commissie
van arbitrage. Omtrent de interpretatie van dit artikel hebben zich
vragen voorgedaan en wel met name die, of ontslagkwesties al dan niet
beschouwd kunnen worden als geschillen over de uitvoering van de ar
beidsovereenkomst en of zij derhalve al dan niet vallen onder de com
petentie van de gewone rechter.
Vooral gelet op de wenselijke eenheid van rechtspraak - een wen
selijkheid die overigens te sterker naar voren treedt, nu de artike
len 1639 s en t van het Burgerlijk Wetboek van toepassing worden ver
klaard - is het Centraal Orgaan van oordeel, dat geschillen terzake
van de beëindiging der dienstbetrekking in ieder geval aan het oordeel
- van de -