GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
10. Voorstel tot wijziging van de Wachtgeld
regeling en tot vaststelling van een
Uitkeringsverordening.
No. 6755.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 1 december 1965»
Bij de wet van 10 december 1964Stbl. 484 werden ingaande 1 januari
1965 enige wijzigingen aangebracht in de Werkloosheidswet, welke omvatten
afschaffing van de loongrens, verlenging van de uitkeringsduur, wijziging
van de vereisten voor het recht op uitkering en herziening van de uit
keringspercentages
Het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van ge
meentelijke personeelsaangelegenheden beveelt u aan in verband hiermede
in de Wachtgeldregeling de wijzigingen aan te brengen als in het overge
legde concept-besluit vermeld.
Met betrekking tot het vorenstaande moge het volgende worden opge
merkt.
Tegelijk met de wijzigingen in de Werkloosheidswet werd tevens de
Wet van 21 december 1950, Stbl. K.590 tot uitbreiding van de toepassing
van het Ziekenfondsenbesluit gewijzigd (artikel IV wet van 10 december
1964, Stb. 484).
Krachtens deze wet werden tot dusverre o.a. voor de toepassing van
het Ziekenfondsenbesluit als verzekerden ingevolge de Ziektewet aange
merkt diegenen, die krachtens een regeling, als bedoeld in artikel 4,
eerste lid, sub c der Werkloosheidswet (zgn. goedgekeurde regelingen)
uitkering genoten terzake van werkloosheid en voor wie het bedrag der uit
kering beneden de loongrens als genoemd in artikel 1, sub c der Ziektewet
was gelegen. Artikel 2, eerste lid, sub a van deze wet,welke aansluit aan
het bepaalde van de Wet van 18 september 1946, Stb.G.256, krachtens welke
arbeidscontractanten - hoewel niet vallende onder de bepalingen der Ziek
tewet door toepasselijkheid van een goedgekeurde regeling als bedoeld in
artikel 21, sub 2e, dier wet - wier loon gelegen is beneden de in de Ziek
tewet genoemde grens verplicht verzekerd zijn volgens de bepalingen van
het Ziekenfondsenbesluit, is in dier voege gewijzigd dat niet langer het
bedrag der uitkering, doch het loonbedrag bepalend zal zijn voor de be
antwoording van de vraag of de loongrens als gelegen in artikel 1, sub c,
van de Ziektewet, wordt bereikt.
Deze wijziging kan van belang zijn in verband met het bepaalde in
artikel 23, 2e lid, van de Arbeidsovereenkomstenverordening, krachtens
welke arbeidscontractanten wier loonbedrag uitgaat boven de loongrens der
Ziektewet als deelnemer toegelaten kunnen zijn tot een I.Z.A.-instituut.
In voorkomende gevallen zal voor arbeidscontractanten, wier loonbe
drag gelegen is boven de bedoelde loongrens en die als deelnemer tot een
I.Z.A.-instituut werden toegelaten, doch voor wie op een bepaald moment
het bedrag der uitkering beneden deze grens daalt - waardoor ingevolge
- het bepaalde -