25. Voorstel tot wijziging van de regeling inzake toelating
van kleuters tot de openbare kleuterscholen.
SsdE
2SE
GEMEENTE iDAARDERADEEL
GROUW
Aan de gemeenteraad.
No. 6804.
Grouw, 1 december 1965»
Bij uw besluit van 20 december 1956 is 1 augustus aangehouden als
de datum, waarop de algemene toelating tot de openbare kleuterscholen
plaats vindt.
Dit besluit steunde op de overweging, dat tussentijdse toelating
minder gewenst was, omdat zij storend zou kunnen werken op de gang van
het onderwijs.
Bij uw besluit van 21 juli 1958 hebt u een tweede algemene toe
latingsdatum vastgesteld en wel 1 oktober. Gebleken was namelijk, dat er
bezwaar bestond tegen slechts êên toelatingsdatum, omdat de kinderen, ge
boren tussen 1 augustus en 1 oktober slechts 1 jaar de kleuterschool
zouden kunnen bezoeken, daar zij het daarop volgende jaar reeds aan de
lagere school zouden worden ingeschreven.
Tenslotte werd bij uw besluit van 23 januari 1963 nog een derde
toelatingsdatum - 1 februari - vastgesteld, zulks met het oog de mogelijk
heid van opvoering van het gemiddeld aantal kleuters en het handhaven van
een 4e leidster aan de school te Grouw.
Thans heeft ons van de hoofdleidster van de kleuterschool te Roorda-
huizum het verzoek bereikt, om te bevorderen, dat de kleuters dadelijk
kunnen worden toegelaten bij het bereiken van de leeftijd van 4 jaar,
zulks met het oog op handhaving van de tweede leidster.
Naar aanleiding van dit verzoek mogen wij opmerken, dat tussen
tijdse toelating het gemiddeld aantal leerlingen en daardoor ook de per
soneelsbezetting gunstig kan beïnvloeden. Een verzoek aan de minister
van onderwijs en wetenschappen om na 1 januari a.s. de tweede leidster
aan de school te Roordahuizum te handhaven heeft slechts kans van slagen,
indien het aantal kleuters op die datum tenminste 47 bedraagt. Op 1
oktober j.l. bedroeg dit aantal slechts 42. Voor Roordahuizum is de
mogelijkheid van tussentijdse toelating derhalve van groot belang.
Hoewel het probleem zich ten aanzien van de scholen te Grouw en
Warga momenteel niet voordoet, is het niet uitgesloten, dat zulks in de
toekomst wel het geval zal blijken te zijn.
Nu bovendien de hoofdleidsters hebben verklaard in het systeem van
de tussentijdse toelating geen storend element meer te zien, stellen wij
u voor, daarop over te gaan en de hierbovenbedoelde besluiten van 20
december 1956, 21 juli 1958 en 23 januari 1963 in te trekken.
Burgemeester en wethouders van Idaarderadeel,
K.J.Vrijling burgemeester
D.Smits
secretaris